Psalms 4:7

15) Wie

Of, och of iemand ons het goede deed zien? een manier van wensen. Zie Deut. 5:29, alsof zij zeiden: Hoe zullen wij nog eens uit deze onrusten en kwellingen geraken? Of: och mochten wij een vruchtbaar en vredelijk jaar hebben!

De 5.29

16) zien?

Dat is, doen genieten. Zie Job 7:7.

Job 7.7

17) Verhef Gij

Alsof de profeet zeide: Ik daarentegen zeg: Alles zal wel zijn, als maar Gij, o God, enz.

18) licht

Zie Num. 6:25,26.

Nu 6.25,26

Joel 1:12

23) verdord,

Of, beschaamd, gelijk Joel 1:10.

Joe 1.10

24) vrolijkheid

Die er placht te wezen ten tijde van een goeden oogst. Zie Ps. 4:8; Jes. 16:10; Jer. 48:33; Hos. 9:1, met de aantekening.

Ps 4.7 Isa 16.10 Jer 48.33 Ho 9.1

25) verdord van de mensenkinderen.

Of, beschaamd onder, enz., als in het begin van dit vers. Dat is, gelijk het land gesteld is, alzo is het ook het hart der mensen, alles is droevig, droog en verward. De vrolijkheid durft [om zo te spreken] niet tevoorschijn komen, omdat het overal vol treuren is.

Copyright information for DutKant