Psalms 42:10

25) Mijn

Dat is, bij God, die mijn steenrots [dat is, toevlucht en bescherming] is, zal ik deze vrijheid gebruiken, dat ik Hem aldus klagelijk aanspreek.

26) vergeet

Uit de voorgaande woorden van geloof blijkt dat dit geen woorden van ongeloof zijn, maar dezen zin hebben: dewijl ik geloof dat Gij mijn sterkte zijt, waarom zoudt Gij mij dan vergeten? dat is, uwe hulp opschorten alsof Gij mij hadt vergeten. Verg. Ps. 43:2. Gen. 8:1.

Ps 43.2 Ge 8.1

27) in het zwart

Zie Ps. 35:14.

Ps 35.14

Psalms 51:8

13) waarheid

Dat is, ongeveinsdheid, onbedriegelijke oprechtheid, gesteld tegen huichelarij en geveinsdheid, waaraan zich David te dezer tijd had schuldig gemaakt.

14) binnenste,

Of, binnenste, inwendige delen of partijen; te weten des mensen, dat is, in het hart. Verg. Rom. 3:29, en Rom. 7:22; 2 Cor. 4:16; 1 Petr. 3:4; idem Luk. 11:39,40. Het Hebr. woord wordt alleen hier en Job 38:36 gevonden, komende van een woord, dat bestrijken, bedekken, overtrekken [gelijk muren met kalk, cement, leem, enz.] betekent, en wordt van sommigen overgezet, nieren; [als met vet overdekt zijnde] waardoor de bewegingen des mensen dikwijls verstaan worden. Doch van anderen, praecordia; dat is, hartedeksel, of borstbeen, dat het hart overdekt, waarin God de wijsheid gesteld heeft; Job 38:36.

Ro 3.29 7.22 2Co 4.16 1Pe 3.4 Lu 11.39,40 Job 38.36,36

15) verborgene

Of, besloten; te weten het hart. Hij schijnt te willen zeggen dat God hem geleerd heeft, niet alleen van buiten zijn licht te laten schijnen, maar ook inzonderheid van binnene en in het verborgen heilig te zijn. Sommigen duiden het op de wijsheid Gods in verborgenheid, 1 Cor. 2:7, enz., in het Evangelie en door zijnen Geest geopenbaard.

1Co 2.7

Proverbs 14:30

78) gezond

Hebreeuws, een hart der gezondheid. Versta, een hart of gemoed, dat zuiver is van alle kwade gedachten, driften en bewegingen tegen zijnen naaste, en voornamelijk van den nijd, waarvan hier eigenlijk gesproken wordt.

79) het leven

Dat is de gezondheid en het welvaren van het lichaam. Alzo leven voor genezen en gezond worden, of welvaren naar het lichaam; 2 Kon. 8:8. Zie aldaar de aantekening.

2Ki 8.8

80) des vleses;

Het Hebreeuwse woord staat in het getal van velen, om te kennen te geven dat een gezond hart niet alleen zijn eigen lichaam goeddoet, maar ook de lichamen van anderen.

81) der beenderen.

Dat is, der allerinwendigste leden en krachten des lichaams, en dienvolgens ook des geestes. Zie Job 7:15. Vergelijk boven Spreuk. 12:4, en de aantekening. Idem onder Spreuk. 17:22, en de aantekening.

Job 7.15 Pr 12.4 17.22

Habakkuk 3:16

67) Als ik het

Als ik hoorde het oordeel Gods van de verstoring der stad Jeruzalem door de Chalde‰n, boven Hab. 3:2.

Hab 3.2

68) mijn buik beroerd;

Dat is, al wat in mij was; of mijn hart; gelijk Spreuk. 20:27; verg. Jes. 16:11. Anders: zo beefde mijn buik.

Pr 20.27 Isa 16.11

69) voor de stem

Dat is, als ik die profetie van de verstoring van Jerzalem van den Heere hoorde; zie boven Hab. 1:6.

Hab 1.6

70) verrotting kwam

Dat is, het deed mij zeer wee, ja zo wee alsof mijne benen vervuild en vol etter waren geworden.

71) mijne plaats.

Dat is, in de plaats waar ik tegenwoordig sta, of stond, toen ik die stem hoorde.

72) Zekerlijk, ik zal

Of, immers. Zie van zulke ene betekenis van het Hebr. woord, Hos. 14:4. Of, ik die rusten zal, of opdat ik ruste. Hier richt zich de profeet weder op door betrachting van Gods genadige regering.

Ho 14.3

73) hij optrekken zal

Te weten de koning van Babel.

74) tegen het volk,

Te weten tegen het volk van Juda. Zie de historie 2 Kon. 25:

Copyright information for DutKant