Psalms 45:12

35) schoonheid

Wijdlopig beschreven in het Hooglied van Salomo.

36) buig

Of, aanbid hem als de Zoon Gods.

Psalms 72:10

22) Tharsis

Die aan den oceaan wonen. Zie 1 Kon. 10:22.

1Ki 10.22

23) eilanden

De Hebre‰n verstaan hier, en in vele andere plaatsen, onder de eilanden de volken, die in of aan de Middellandse zee en daarover gelegen zijn, al zijn zij juist niet rondom in het water gelegen. Zie Gen. 10:5; idem Jes. 20:6, en Jes. 23:2,6; Jer. 25:22, met de aantekeningen, enz.

Ge 10.5 Isa 20.6 23.2,6 Jer 25.22

24) Scheba

Zie Gen. 10:7.

Ge 10.7

Psalms 78:31

26) vetsten

Dat is, aanzienlijkste, rijkste, sterkste, welgesteldste, lijvigste. Verg. Richt. 3:29. Hebr. vettigheden.

Jud 3.29

27) uitgelezenen

Anders, jongelingen. Alzo Ps. 78:63.

Ps 78.63

Isaiah 10:16

64) zijn

Te weten de koning van Assyri‰.

65) vetten

Versta hier door de vetten de vorsten en voortreffelijkste oversten van den koning van Assyri‰, waar hij zo hoog op pocht.

66) magerheid

Dat is, een uitterende ziekte; zie de aantekening Ps. 106:15. Of hij wil zeggen, dat hen de Heere zal verdelgen en teniet maken. Zie 2 Kon. 19:35.

Ps 106.15 2Ki 19.35

67) onder

Anders: in plaats zijner heerlijkheid zal Hij, enz.

68) zijn heerlijkheid

Aldus wordt hier genoemd het leger van den koning van Assyri‰, omdat hij daarop zeer pochte.

69) een brand

Te weten als hij door een engel met pestilentie zullen verslagen worden. Vergelijk hiermede de geschiedenis 2 Sam. 24:16.

2Sa 24.16

Isaiah 49:23

100) koningen

De zin is dat de koningen niet alleen zich tot de gemeente van Christus zullen vervoegen; maar zij zullen ook hunne macht en autoriteit gebruiken tot aanwas en bescherming derzelve.

101) hunne vorstinnen

Dat is, der koningen huisvrouwen.

102) zoogvrouwen;

Of, zoogammen.

103) zij zullen zich

Dat is, zij zullen u burgerlijke eerbieding doen; zij zullen zich voor u verootmoedigen en zich aan u onderwerpen. Die zullen zij doen om Christus wil, die het Hoofd zijner kerk is.

104) zullen het stof

De zin is: Zij zullen zich zo laag voor u buigen, dat hun mond tot aan de aarde naken zal, alsof zij de aarde wilden oplekken. Zie Ps. 72:9.

Ps 72.9

Ezekiel 34:20

26) tot hen:

Of, van.

27) vette klein vee,

Zie boven Ezech. 34:16.

Eze 34.16

1 Corinthians 1:26

59) gij ziet uwe

Of, ziet uwe roeping; dat is, hoe gij geroepen zijt; of, degenen, die geroepen zijn onder u, namelijk tot de gemeenschap van Christus van van Zijne gemeente.

60) naar het vlees,

Dat is, naar den uitwendigen staat en achting der mensen.

Copyright information for DutKant