Psalms 45:13-14
37) dochter Dat is, de inwoners van Tyrus, de stad Tyrus. Zie van de deze stad Joz. 19:29, en 1 Kon. 5:1, en verg. Ps. 72:10,11; Jes. 49:23. Jos 19.29 1Ki 5.1 Ps 72.10,11 Isa 49.23 38) Tyrus Anders, belangende de dochter van Tyrus, de rijke, enz. 39) smeken Zie Job 11:19. Job 11.19 40) inwendig Of, van binnen; Salomo's bruid in hare vertrekzalen, maar Christus' bruid draagt haar geestelijk sieraad van binnen in den inwendigen mens [Ef. 3:16], bestaande in geestelijke gaven. Verg. Openb. 19:8. Eph 3.16 Re 19.8 41) borduursel Of, kastjes; dat is, vol van kastjes of schilden, waarin kostelijke stenen gevat of gezet worden, gelijk dit woord genomen is, Exod. 28:11,13,14,25, Exod. 39:6,13,16. Het Hebr. woord wordt ook genomen voor geoogd of borduurwerk, borduursel; waardoor men de verscheidenheid der geestelijke gaven kan verstaan. Verg. Ezech. 16:13. Ex 28.11,13,14,25 39.6,13,16 Eze 16.13Psalms 68:13
25) vloden Of, vlieden weg, als zijnde woorden der boodschappers. 26) zij, De vrouw, dat is de vrouwen, die niet in den strijd trekken maar het huis bewaren, of de nederlaag is zo groot geweest, dat zelfs de vrouwen zonder schroom mede uitgekomen zijn om den roof te delen. Verg. 2 Sam. 1:24. 2Sa 1.241 Corinthians 6:11
20) sommigen; maar Namelijk de een in het een en de ander in het ander. Want hoewel in alle heidenen niet al deze zonden altijd openbaar zijn geweest, nochtans is de wortel van allen in hen, en de een of de ander breekt bij gelegenheden altijd uit; en allen waren zij afgodendienaars. Zie Rom. 1:29; Ef. 2:1,2,3, en Ef. 4:17,18. Ro 1.29 Eph 2.1,2,3 4.17,18 21) gij zijt afgewassen, Dat is, van de heersende macht van zulke zonden gezuiverd; namelijk door uwe heiligmaking; bestaande in de vergeving der zonden en toerekening der gerechtigheid van Christus, waarvan de doop een teken en zegel is. Zie Mark. 1:4; Hand. 22:16; Rom. 6:4; Ef. 5:26; Tit. 3:5; 1 Petr. 3:21. Mr 1.4 Ac 22.16 Ro 6.4 Eph 5.26 Tit 3.5 1Pe 3.21 22) in den naam Dat is, om Jezus Christus' en Zijner verdiensten wil. Want het bloed van Jezus Christus reinigt ons van alle onze zonden; 1 Joh. 1:7; Openb. 1:5. 1Jo 1.7 Re 1.5
Copyright information for
DutKant