‏ Psalms 45:2

‏ Song of Solomon 5:13

56) Zijn wangen

Des Bruidegoms wangen worden vergeleken bij een hofbedje van specerijen, niet van zulke die verdord of droog zijn, maar die bloemen en bladen hebben, gevende een zoeten reuk, waarmede te verstaan worden gegeven de lieflijke en aangename genaden van Christus, welke deelachtig worden al degenen, die Hem met waar geloof aannemen. Zie onder, Hoogl. 6:2.

So 6.2

57) welriekende

Of, specerijentorentjes. Versta, zulke dozen der apothekers, die hoog zijn, gelijk torentjes, waar men specerijen, drogerijen, of poeders of reukwerk in bewaart.

58) Zijn lippen

Dat is, zijne lippen geven een zoeten reuk, alsof de reuk van leli‰n en mirre samen vermengd waren. Dat is, zij brengen troostelijke en verkwikkende leringen voort.

59) vloeiende mirre.

Dat is, van olie gemaakt van de welriekende leli‰n en mirre onder elkander vermengd, gelijk boven Hoogl. 5:5. Dit betekent de grati‰n of genaden [of, woorden der genade; Luk. 4:22,] uitgestort in de lippen van Christus; Ps. 45:3.

So 5.5 Lu 4.22 Ps 45.2

‏ Song of Solomon 5:16

68) Zijn gehemelte

Dat is, zijne woorden, spraak, redenen, [gelijk Spreuk. 5:2, en Spreuk. 8:7]. Idem leringen, vertroostingen, beloften. Zie Rom. 15:4; Col. 3:16.

Pr 5.2 8.7 Ro 15.4 Col 3.16

69) al wat aan Hem is,

Hebreeuws, Hij is geheel begeerlijkheden; dat is, alles wat aan Hem is, is gans lieflijk en waardig dat men begere het te mogen genieten. Dusdanig is Christus zijner gemeente en allen uitverkorenen; maar den goddelozen en verworpelingen is Hij ene ergernis en dwaasheid, 1 Cor. 1:23. Zie ook Ps. 22:7; Jes. 52:14, en Jes. 53:2.

1Co 1.23 Ps 22.6 Isa 52.14 53.2

70) ja,

Met deze woorden wil de Bruid besluiten de uitnemendheid des Heeren Christus boven alle anderen.

‏ Isaiah 50:4

12) De Heere HEERE

Dit spreekt de Heere Christus, of de profeet in Christus' naam, en versta hier door den Heere HEERE God den Vader.

13) der geleerden

Dat is, dergenen,die Gods woord wel naarstiglijk geleerd hebben en die door zijnen Geest geregeerd worden. Zie Matth. 10:19,20.

Mt 10.19,20

14) met den moede

Dat is, met dergenen, die in hun gemoed verslagen zijn, die troost en verkwik ik. Zie Matth. 11:28.

Mt 11.28

15) ter rechter tijd

Het Hebreeuwse woord, dat hier gebruikt wordt, betekent zoveel als iets ter rechter of ter bekwamer tijd spreken of doen.

16) Hij wekt

Dat is, Hij maakt mij geduriglijk mijn ambt indachtig door de inwendige werking van zijn Heiligen Geest, en Hij maakt mij gewillig om zijnen wil te doen.

17) allen morgen,

Hebreeuws, in morgenstond in morgenstond.

18) Hij wekt Mij

Dat is, Hij maakt dat Ik zijn woord gaarne hoor en hetzelve recht versta, Hij onderwijst mij naarstiglijk als een meester zijnen discipel, mij leerzaam en onderdanig makende.

19) gelijk die

Dat is, met vlijt en aandacht, gelijk zij doen, die wensen en begeren geleerd te worden.

Copyright information for DutKant