Psalms 45:3-4
9) mensenkinderen Te weten, andere mensen. 10) genade Of, uwe lippen zijn met genade overgoten, zodat uwe woorden genadelij, gunstrijk zijn. Verg. Luk. 4:22. Lu 4.22 11) daarom Dat is, tot zulks, tot zulke einde, of, omdat U God, enz. gelijk het woord al-chen genomen wordt. Zie Jer. 48:36. Jer 48.36 12) uwe majesteit Dit voegen enigen bij het woord zwaard, alsof de profeet zeide: Welk zwaard [te weten het woord der waarheid, waarvan in het volgende] uwe majesteit en heerlijkheid is. Anders, [in] of, [met] uwe majesteit, enz.Psalms 72:4
9) richten, Dat is, van overlast bevrijden. 10) verdrukker Die met list of geweld anderen verdrukt.Psalms 72:12
26) roept, Over zijne ellende en om hulp. Verg. Job 29:12. Job 29.12
Copyright information for
DutKant