Psalms 45:7

20) God

Dat is van den Heere Jezus Christus te verstaan is, betuigt de Heilige Geest klaarlijk, Hebr. 1:8,9.

Heb 1.8,9

21) rechtmatigheid

Of, billijkheid.

Isaiah 61:1

1) Geest

Dit spreekt Christus, gelijk af te nemen is Luk. 4:17, enz. Zie Joh. 1:33.

Lu 4.17 Joh 1.33

2) gezalfd heeft,

Door deze zalving wordt verstaan dat Christus naar zijn menselijke natuur met de gaven van den Heiligen Geest zonder mate begaafd en versierd is geworden; en naar den gansen persoon tot onzen Koning, Priester en Profeet van den Vader is verordineerd geworden; zie Hebr. 1:9.

Heb 1.9

3) om een blijde boodschap

Of, om een goede boodschap te verkondigen of te prediken. Welke tijding of boodschap is dat? Van de vergeving der zonden, zie Ps. 40:10, en Ps. 96:2.

Ps 40.9 96.2

4) den zachtmoedigen;

Of, nederigen, Luk. 4:18, waar deze woorden van den profeet aangehaald worden, staat den armen, te weten den armen van geest, Matth. 5:3; want den zodanigen wordt het Evangelie gepredikt; Matth. 11:5.

Lu 4.18 Mt 5.3 11.5

5) om te verbinden

Versta dit geestelijkerwijze, namelijk van de vertroosting der ziel, die door de predikatie van het heilig Evangelie geschiedt.

6) de gebrokenen

Dit zijn degenen, die bedroefd en verslagen van harte zijn vanwege hun menigvuldige zonden en overtredingen; zie Ps. 34:19, en Ps. 51:19; Jes. 57:15.

Ps 34.18 51.17 Isa 57.15

7) den gevangenen

Dat is, dengenen, die onder het geweld des duivels of van zijne aanhangers gevangen liggen, vanwege hun begane zonden; Rom. 7:23; 2 Tim. 2:26, en 2 Tim. 3:6; zie Jes. 42:7.

Ro 7.23 2Ti 2.26 3.6 Isa 42.7

8) uit te roepen,

Of, te prediken, te verkondigen.

9) den gebondenen

Dit is hetzelfde, dat straks gezegd is, met andere woorden.

1 John 2:27

91) de zalving, die

Dat is, dezelfde genade van den Heiligen Geest, die u Christus heeft gegeven, om u te verlichten met de kennis der waarheid, gelijk 1 Joh. 2:20.

1Jo 2.20

92) dat iemand u lere;

Namelijk deze dingen, terwijl gij ze reeds weet, of de gronden der christelijke leer, die gij reeds gelegd hebt.

93) van alle dingen,

Dat is, van al deze dingen; of van al wat u nodig is ter zaligheid te weten. Zie 1 Joh. 2:20.

1Jo 2.20

94) zij ook waarachtig,

Namelijk de zalving.

95) [zo] zult gij

Dat is, zo blijft in Hem; een Hebreeuwse wijze van spreken. Of Hij spreekt zo, om te tonen het goed vertrouwen dat Hij had van hun standvastigheid.

96) in Hem blijven.

Namelijk Christus; gelijk uit het volgende en het voorgaande 1 Joh. 2:24 blijkt.

1Jo 2.24
Copyright information for DutKant