Psalms 49:10

18) ook

Gelijk hij voor anderen den dood niet kan afkopen, alzo kan hij het voor zichzelven ook niet doen.

19) geduriglijk

Of, altoos,eeuwiglijk.

20) verderving

Zie Ps. 16:10.

Ps 16.10

Jeremiah 10:14

40) Een ieder

Versta, alle kunstige werkmeesters der afgodische beelden zij zo dom en onvernuftig geworden als beesten.

41) zodat

Of, van, door, of, in, vanwege [hunne] kunst van beelden te maken, waarin zij een groten roem meenden te behalen; vergelijk Rom. 1:22.

Ro 1.22

42) gesneden beeld;

Of, gegraven.

43) leugen;

Of, valsheid; het is enkel bedrog.

44) geest

Dat is, adem, geblaas; zie Job 9:18.

Job 9.18

45) hen.

De gesneden en gegoten beelden.

Jeremiah 10:21

62) herders

Kerkelijke en politieke voorstanders.

63) onvernuftig

Gelijk boven Jer. 10:8,14.

Jer 10.8,14

64) verstandiglijk

Anders: zijn zij niet gelukkig, of voorspoedig geweest.

65) weide

Dat is, kudde van hunne weide, de gemeente.

Copyright information for DutKant