Psalms 5:3

Psalms 28:2

3) handen

Gelijk dikwijls in het bidden geschiedt tot een teken van opheffing des harten tot God en verwachting eens zegens van Hem, door den Messias. Verg. 1 Kon. 8:22; Ps. 88:10, en Ps. 141:2; Klaagl. 2:19, en Klaagl. 3:41.

1Ki 8.22 Ps 88.9 141.2 La 2.19 3.41

4) naar

Dat is, naar uw heilige aanspraakplaats, waar de ark des verbonds is, een voorbeeld van den Messias. Zie 1 Kon. 6:5.

1Ki 6.5

Psalms 42:4

8) spijze

Hebr. brood; dat is, ik voed en verzadig mij met tranen, gelijk een ander met spijs. Verg. Ps. 80:6.

Ps 80.5

9) Waar

Dat is, waar is nu de hulp van uwen God, op wien gij u verlaten hebt? alzo onder, Ps. 42:11. enz.

Ps 42.10

Psalms 50:15

Copyright information for DutKant