Psalms 50:6

12) En de

Dit zijn weder de woorden van den profeet, die hij [eer hij voortgaat in het verhaal van Gods woorden tot zijn volk] hier invoegt, om de gerechtigheid van Gods oordeel aan te wijzen, waarvan alle creaturen getuigenis moeten geven, inzonderheid de hemelse heirscharen der heilige engelen, die hem in het oordeel bijstaan en verheerlijken, mitsgaders zijne heiligen, van wie ook gezegd wordt dat zij zullen richten; Matth. 19:28; 1 Cor. 6:2. Verg. Dan. 7:10; Matth. 25:31.

Mt 19.28 1Co 6.2 Da 7.10 Mt 25.31

13) Sela

Zie Ps. 3:3.

Ps 3.2

Joel 3:11

25) O HEERE,

Een vurig gebed van den profeet uit bekommernis over dit grote geweld aller vijanden, waartegen hij geen troost vindt dan bij God. Verg. Joel 1:19, en zie een dergelijke tussengevoegde aanspraak tot God, Zach. 14:5; Jes. 63:14; Hos. 11;3, enz.

Joe 1.19 Zec 14.5 Isa 63.14

26) helden derwaarts nederdalen!

De heilige engelen, die ook alzo genoemd en vanwege hunne macht genoemd worden, Ps. 78:25, en Ps. 103:20, en welker dienst God placht te gebruiken in het beschermen zijner kerk en het verdelgen harer vijanden; verg. 2 Kron. 20:22, met de aantekening aldaar. Sommigen verstaan, om God in het oordeel, nevens zijne heiligen, te helpen. Verg. Ps. 50:6; beide is der engelen plicht. Dit stelt de profeet tegen de helden der vijanden, zie Joel 3:9, alsof hij zeide: Heere, als de vijanden doen alles wat zij kunnen, doe Gij dan ook wat Gij kunt. Anders: aldaar zal de HEERE uwe [een ieder van al deze vijandelijke volken] helden nederleggen, dat is nedervellen.

Ps 78.25 103.20 2Ch 20.22 Ps 50.6 Joe 3.9
Copyright information for DutKant