Psalms 55:13

23) vijand,

Versta, geen openbaar vijand, want [wil hij zeggen] was hij mij openbaar vijandig geweest, zo zou het mij zo vreemd niet voorkomen en zo ondragelijk niet vallen.

24) grootmaakt,

Zie Ps. 35:26.

Ps 35.26

25) verborgen

Dat is, mij voor hem hebben kunnen wachten, hem ontgaan, ontwijken.

Proverbs 17:9

25) overtreding

Te weten, die tegen hem door zijnen naaste begaan is. Vergelijk boven Spreuk. 10:12.

Pr 10.12

26) toedekt,

Te wetne, door die te vergeten en te vergeven.

27) zoekt liefde;

Dat is, poogt de liefde, door welke hij van zijnen vriend bemind wordt, te voeden en te onderhouden.

28) zaak

Of, het woord, te weten der overtreding.

29) den voornaamsten

Zie boven Spreuk. 16:28.

Pr 16.28
Copyright information for DutKant