Psalms 56:6

11) verdraaien

Anders, bekommeren zij mijne zaken. Het Hebr. woord betekent smart, pijn, bekommernis aandoen, en ook formeren, fatsoeneren [zie Job 10:8], hetwelk een pottenbakker aan het leem met draaien en drukken doet; alzo schijnt David te willen zeggen dat zij hem verdriet aandoen met dagelijkse verkering en verdraaiing zijner woorden, die zij [om zo te spreken] een geheel ander fatsoen geven en met geweld in een valsen zin duiden om hem zwart te maken.

Job 10.8

Proverbs 1:18

42) loeren

Te weten, zij, van welken gesproken is boven Spreuk. 15:16. De zin is dat zij hun eigen leven in het verderf brengen, mits te staan naar het leven van een ander. Vergelijk onder, Spreuk. 8:36, en de aantekening.

Pr 15.16 8.36

43) versteken

Zie boven Spreuk. 1:11.

Pr 1.11
Copyright information for DutKant