Psalms 6:6-7

7) gene

De zin is: De gestorvenen kunnen Gods naam in zijne gemeente op aarde niet grootmaken, waarin nochthans God een zonderlingen welgevallen heeft, en dat David voorhad, naar zijne wijze, openlijk tot Gods eer en stichting zijner gemeente te doen, als hij van deze krankte zou verlost zijn. Verg. Ps. 30:10, en Ps. 88:11, en Ps. 115:17; Ps. 118:17; Jes. 38:18,19, en zie wijders Job 7:8.

Ps 30.9 88.10 115.17 118.17 Isa 38.18,19 Job 7.8
8) gansen

Dat is, gehele nachten over, of allen nacht.

9) zwemmen;

Dit zijn verbloemde manieren van spreken, dienende om de grootheid zijns lijdens en zijn gedurig en veel wenen uit te drukken.

Copyright information for DutKant