Psalms 73:1

1) Asaf.

Zie Ps. 50:1.

Ps 50.1

2) Immers

Of, evenwel, nochtans, zekerlijk. Met deze woorden breekt de profeet uit, nadat hij een zwaren inwendigen strijd en aanvechting, vanwege der goddelozen tijdelijk geluk, overwonnen had. Verg. Ps. 62:2.

Ps 62.1

3) die rein

Dat is, den rechten Isra‰lieten, niet die zonder zonde zijn, [Spreuk. 20:9], maar die Hem met een oprecht geloof en ongeveinsde godzaligheid dienen. Zie Joh. 1:48; Hand. 15:9; Rom. 9:6,8; 1 Joh. 3:3.

Pr 20.9 Joh 1.47 Ac 15.9 Ro 9.6,8 1Jo 3.3
Copyright information for DutKant