Psalms 74:9

23) tekenen

De gewone en buitengewone tekenen van Gods genadige tegenwoordigheid en gunst.

24) profeet

Verg. Ezech. 7:26; dewijl nochtans de auteur van dezen psalm een man Gods en profeet geweest is, schijnt het gevoelen dergenen zo vreemd niet te zijn, die menen dat deze psalm van Asaf of enigen anderen profeet van dien naam [gelijk dergelijke profetische voorschriften elders in Gods woord gevonden worden] gemaakt is aleer deze zwarigheden Gods volk zijn overkomen en toen de openbare godsdienst nog in zwang was, gelijk afgenomen wordt uit Ps. 74:1, om Gods kerk te dienen in verscheidene volgende tijden; eensdeels in de Babylonische gevangenschap, nadat Ezechi‰l heeft opgehouden te profeteren; anderdeels onder de gruwelijke tirannie van Antiochus, waarvan sommigen dit bijzonderlijk verstaan; dewijl de tijd der verlossing uit de Babylonische gevangenschap door Jeremia uitdrukkelijk was geprofeteerd. Sommigen verstaan dat deze psalm [alsook dergelijk andere] ten tijde van Antiochus gemaakt is, door een man Gods of profeet; dat is, leraar, die wel door ingeven van den Heiligen Geest Gods volk geleerd en dezen psalm gedicht heeft, maar geen zulk profeet geweest is als de anderen, die bijzonderlijk alzo genoemd zijn, omdat zij goddelijke openbaringen van toekomende dingen gehad hebben, van welken Maleachi de laatste geweest is.

Eze 7.26 Ps 74.1

25) hoe lang.

Dat is, hoelang deze ellenden en verwoestingen zullen duren.

Ezekiel 7:26

91) van een profeet zoeken;

Om van hem te verstaan de uitkomst hunner ellende. Maar het zoeken zal wezen zonder vinden, omdat zij de profeten ter rechter tijd niet gehoord hadden.

92) wet zal vergaan van den priester,

Dat is, de gewone kerkelijke personen zullen de ware en onvervalste leer, die alleen recht onderwijzen en troosten kan in allen nood, verliezen en de burgerlijke regenten zullen radeloos worden; en dat alles tot vermeerdering van de straf, die de Joden verdiend hadden. Vergelijk Jes. 29:14.

Isa 29.14

93) oudsten.

Dat is van de raadsheren, regeerders van het land.

Amos 8:11-12

36) in het land zal zenden;

Of, op de aarde.

37) woorden des HEEREN.

Om door dezelve enigen troost en verlichting te verkrijgen, en uit den mond van een profeet te vernemen wanneer er eens een einde zal zijn van al deze ellenden. Verg. Ps. 74:9, met de aantekening.

Ps 74.9
38) oosten;

Hebr. opgang, te weten, der zon; dit is, oosten.

Micah 3:4

9) Alsdan zullen zij roepen tot den HEERE,

Gelijk de plagen [in Micha 2:3,4,5,10, vermeld] hen zullen treffen, dan zullen zij nog wel zo onbeschaamd zijn dat zij God zullen aanroepen, alsof Hij hen behoorde te helpen; maar zij doen het zonder ware bekering van het hart, alleen uit gevoel van straf, daarom, enz.

Mic 2.3,4,5,10

10) verbergen

Zie Deut. 31:17, en Job 13:24.

De 31.17 Job 13.24

11) hun handelingen kwaad gemaakt hebben.

Of, zich kwalijk gedragen hebben [in] hun handelingen, gelijk van de bekeerden gezegd wordt, dat zij hun wegen goed maakten. De zin is: Gelijk zij de arme onderdanen geplaagd hebben en zich over die niet hebben ontfermd, alzo zal Ik hun wederom doen, enz. Verg.Jak. 2:13.

Jas 2.13
Copyright information for DutKant