Psalms 8:5

16) mens,

Of, broze ellendige mens. Het Hebr. woord enosch komt van een woord, dat zeer zwak, ja dodelijk krank zijn betekent. Zie Job 5:17.

Job 5.17

17) gedenkt;

Door dit denken en bezoeken Gods wordt voornamelijk verstaan het ganse genadewerk in den Messias, onzen Heere Christus, den vervallen mens bewezen, waartoe het volgende mede behoort. Verg.wijders Gen. 8:1, en Gen. 21:1.

Ge 8.1 21.1

18) de zoon des mensen,

Of, Adamskind. Zie 1 Kon. 8:39.

1Ki 8.39

Mark 1:13

15) verzocht van den satan;

Voornamelijk nadat Hij veertig dagen en nachten gevast had. Zie Matth. 4:2.

Mt 4.2

Luke 2:13-14

18) heirlegers,

Dat is, der engelen, die als een heir des Heeren zijn, door wie Hij de vromen beschermt en de kwaden straft, Ps. 34:8, en Ps. 103:21.

Ps 34.7 103.21
19) Ere [zij] God

Of, heerlijkheid.

20) vrede op aarde,

Namelijk met God, Rom. 5:1.

Ro 5.1

21) een welbehagen.

Dat is, het welbehagen Gods worde door hem aan de mensen vervuld, 2 Thess. 1:11. Anders, des welbehagens; dat is, in de mensen, die God naar zijn welbehagen heeft uitverkoren, Ef. 1:5.

2Th 1.11 Eph 1.5

Hebrews 1:6-7

23) inbrengt in de wereld,

Namelijk in den Ps. 97, waar een beschrijving is van de komst des Heeren in de wereld, om een nieuw koninkrijk op te richten; hetwelk is vervuld toen Christus mens is geworden en onder ons heeft gewoond, vol genade en heerlijkheid, Joh. 1:14, toen ook de menigte der hemelse heirscharen Hem hebben aangebeden, en Zijn naam groot gemaakt; Luk. 2:13, enz.

Joh 1.14 Lu 2.13
24) tot de engelen

Of van de engelen, naar een Hebreeuwse wijze van spreken. Zie Gen. 20:2; Jes. 41:7.

Ge 20.2 Isa 41.7

25) maakt geesten,

Dat is, als geesten of winden om Hem snel te gehoorzamen.

26) een vlam des vuurs.

Dat is, gelijk een vlam des vuurs, om als een vuur en bliksem Zijn bevelen krachtig uit te voeren.

Revelation of John 5:11-12

25) tien duizendmaal tien duizenden,

Dit is genomen uit Dan. 7:10 waardoor de heerlijkheid en macht van God en Christus wordt afgebeeld, die talloze dienaren rondom zich heeft.

Da 7.10
26) te ontvangen de kracht,

Niet dat hij ze nog niet had; want hij was verheven boven alle namen die genoemd worden in hemel en op aarde, Filipp. 2:9; maar dit moet verstaan worden van de erkentenis van al deze eigenschappen onder alle schepselen, gelijk hierna wordt uitgedrukt.

Php 2.9

27) rijkdom, en wijsheid, en sterkte,

Want in Hem zijn al de schatten der wijsheid en kennis verborgen; Col. 2:3.

Col 2.3

28) dankzegging.

Grieks zegening; gelijk ook in Openb. 5:13.

Re 5.13

29) onder de aarde, en

Dit wordt gezegd, gelijk hierna in de zee, van alle schepselen, levende en levenloze, omdat zij allen stof en oorzaak geven, dat men Christus lof en ere geven, gelijk Ps. 148:1, enz. Anderen verstaan door degenen, die te zijner tijd uit de graven zullen opstaan.

Ps 148.1

30) in alle eeuwigheid.

Grieks in de eeuwigheden der eeuwigheden.

Copyright information for DutKant