Psalms 87:4
7) Rahab Dat is, Egypte. Alzo wordt Egypte ook genoemd Ps. 89:11; Jes. 30:7, en Jes. 51:9. De zin der woorden van dit vers is dat de tijd zal komen, wanneer God de Egyptenaars en Babylonirs zal rekenen onder zijn volk, hun meedelende zijn kennis, waar zij tevoren vreemd van waren en het volk Gods verdrukten. Zie Jes. 19:19,21,25. Egypte wordt Rahab genoemd vanwege zijne hoorvaardij [hetwelk het woord betekent], of van de ene of de andere sterke stad daarin gelegen. Onder de namen dier natin, die in dit vers genoemd staan, moet men allerlei volken verstaan. Zie Hand. 2:9,10; Ef. 2:12; Col. 3:11. Ps 89.10 Isa 30.7 51.9 19.19,21,25 Ac 2.9,10 Eph 2.12 Col 3.11 8) vermelden Te weten, ten beste, dat is, zij zullen door de prediking des heiligen Evangelies ook tot de kennis van den waren God te hunner tijd gebracht worden. 9) de Filistijn Hebr. Filistea, Tyrus. Van de bekering der Tyrirs, zie Ps. 45:13. Ps 45.12 9) de Tyrir, Hebr. Filistea, Tyrus. Van de bekering der Tyrirs, zie Ps. 45:13. Ps 45.12 10) den Moor, Hebr. Chus. Van de bekering der Moren tot Christus, zie Ps. 68:32, en Ps. 72:10; Hand. 8:27. Ps 68.31 72.10 Ac 8.27 11) deze is Alsof hij zeide: De tijd zzal komen dat men van de Filistijnen, Tyrirs en Moren zal zeggen, dat zij te Jeruzalem [welke is ons aller moeder; Gal. 4:26] dat is, in de Christelijke kerk geboren zijn; dat is dat zij tot Gods kerk en het hemelse Jeruzalem behoren. Ga 4.26
Copyright information for
DutKant