Psalms 90:2
5) Eer de bergen Dat is, eer de bergen als uit den afgrond getogen waren. Zie gelijke wijze van spreken Gen. 2:4; Job 15:7, en Job 38:28,29; Jes. 51:2. Ge 2.4 Job 15.7 38.28,29 Isa 51.2Proverbs 8:23
47) gezalfd Dat is, verordend en ingesteld als ene prinses om de wereld te scheppen, te onderhouden en te regeren. 48) van de oudheden Dat is, voor de aarde, eer de aarde geschapen was. Vergelijk onder Spreuk. 8:25,26. Pr 8.25,26John 17:24
59) Ik wil, dat Dat is, Ik begeer of verzoek. Zie Mark. 10:35. Mr 10.35 60) waar Ik ben, Dat is, waar Ik binnenkort zal zijn, in mijne heerlijkheid in den hemel; 1 Thess. 4:17; Openb. 3:21. 1Th 4.17 Re 3.21 61) die bij Mij Namelijk de apostelen en alle andere gelovigen. 62) zijn, die Gij Mij Namelijk tot zijner tijd; met de ziel, terstond na den dood, 2 Cor. 5:8; Filipp. 1:23, en ook met het lichaam, na de algemene opstanding, Filipp. 3:21. 2Co 5.8 Php 1.23 3.21 63) gegeven hebt; want Namelijk door de eeuwige geboorte, als uw eniggeboren Zoon, Joh. 5:26, en die Gij mij ook naar mijn menselijke natuur zult geven, als Ik tot uwe rechterhand verheerlijkt zal worden; Ef. 1:20,21; Filipp. 2:9. Joh 5.26 Eph 1.20,21 Php 2.9 64) voor de grondlegging Deze volgende woorden kunnen gevoegd worden, f tot het woord gegeven, f tot het woord liefgehad. Zie dergelijke Openb. 13:8. Re 13.81 Peter 1:20
58) voorgekend is Dat is, tevoren verordineerd, namelijk tot een Middelaar en verzoening voor onze zonden. Zie ook van dit woord Rom. 8:29, en Rom. 11:2, en hiervoor 1 Petr. 1:2. Ro 8.29 11.2 1Pe 1.2 59) geopenbaard is Namelijk in het vlees; 1 Tim. 3:16. 1Ti 3.16 60) om uwentwil, Dat is, om uwer zaligheid wil. Zie hiervan Hebr. 11:40, en de aantekeningen aldaar. Heb 11.40
Copyright information for
DutKant