Psalms 95:10

10) aan [dit]

Te weten, aan uwe voorvaders, de ongehoorzame Isra‰lieten, toen zij door de woestijn wandelden.

11) dwalende

Dat is, hun hart en gemoed wil al den dwaalweg in.

12) zij kennen

Dat is, zij vragen er niet naar en begeren ze niet te weten.

13) mijne wegen

Dat is, mijne geboden om daarin te wandelen.

Copyright information for DutKant