Psalms 97:11

18) Het licht

Dat is, voorspoed en geluk, vreugde en blijdschap, gelijk Esther 8:16. Zie Job 18:6.

Es 8.16 Job 18.6

19) gezaaid

Het gaat met den troost, die den vromen bereid is, gelijk met het zaad, dat in de aarde geworpen wordt, hetwelk zo straks niet opgaat, maar het blijft dikwijls lang in de aarde liggen eer het voortkomt; doch het brengt daarna schone vruchten voort. De rechte vreugde en vrucht der kinderen Gods is hun in den hemel bereid, maar nu verborgen.

Galatians 6:8

31) in zijn eigen vlees

Die zijne goederen besteedt alleen om wellustiglijk daarvan te leven, of schatten voor zichzelven te vergaderen, en niet denkt op de onderhouding der kerkedienaars, noch der armen.

32) uit het vlees

Dat is, uit dit misbruik der goederen, die alleen tot zijn vlees besteed worden.

33) verderfenis

Namelijk, tijdelijk en eeuwig.

34) maaien; maar die

Dat is, daarvan zal hij vergelding en vrucht verkrijgen.

35) in den Geest zaait,

Dat is, die zijne goederen besteedt tot geestelijke zaken, om Gods eer en de zaligheid der mensen daardoor te bevorderen, en den armen goed te doen.

36) uit den Geest

Dat is, overmits hij zijne goederen tot geestelijke zaken besteed heeft.

37) het eeuwige leven maaien.

Dat is, niet alleen hier in dit leven tijdelijken zegen ontvangen, maar ook hiernamaals de eeuwige gelukzaligheid, als ene vrucht der weldadigheid, niet uitverdienste, maar uit genade. Zie Matth. 25:34,35, enz.

Mt 25.34,35
Copyright information for DutKant