Revelation of John 17:3

8) hij bracht mij weg

Namelijk door een vertrekking van zinnen; gelijk op Openb. 17:1 is aangetekend.

Re 17.1

9) in een woestijn,

Namelijk om te vrijer op alles in stilte te kunnen letten buiten het gewoel der mensen. Anderen verstaan door deze woestijn het rijk van den antichrist zelf, hetwelk wel vol is van allerlei wereldse gewoel, maar ledig en woest van alle zaligmakende waarheid en geestelijke vruchtbaarheid.

10) een vrouw, zittende

Dat door deze vrouw de stad Rome met haar heerschappij wordt verstaan, blijkt uit de gehele beschrijving die hierna volgt; inzonderheid uit Openb. 17:5, waar zij het grote Babylon wordt genoemd, namelijk geestelijk verstaan, gelijk Openb. 14:8, en Openb. 16:19, en uit het volgende Openb. 17:9, waardoor den engel verklaard wordt, dat de zeven hoofden van dit beest, waar de vrouw op zat, zijn zeven bergen; en uit Openb. 17:18, waar uitdrukkelijk wordt gezegd, dat deze vrouw is de grote stad, die het koninkrijk heeft over de koningen der aarde, hetwelk op Rome alleen past. Dit is zo klaar, dat niet alleen de voornaamste oudvaders, en al de gereformeerde leraars het daarin eens zijn, maar ook zelfs vele pausgezinde uitleggers. Doch deze laatsten drijven, om het antichristendom van hun paus en pausdom te weren, dat dit van de stad en heerschappij van Rome moet verstaan worden, alleen terwijl zij onder het gebied der heidense keizers is geweest, en de christenen heeft vervolgd. Namelijk omtrent 300 jaren na Christus' geboorte, tot de tijden van keizer Constantijn toe. Maar deze worden uit het vervolg van deze twee hoofdstukken gemakkelijk wederlegd; ten eerste, omdat het heidense Rome andere koningen en volken, die zij onder zich heeft gebracht, niet placht haar eigen afgoderij op te dringen, maar haar gewone bijgelovigheid te laten volgen, zelfs ook den Joden hun eigen godsdienst gelaten, totdat zij tegen hen zijn opgestaan. Daar deze vrouw met den kelk harer hoererij, dat is, afgoderij, alle koningen en volken dronken maakt; ten tweede kan op het heidense Rome niet gepast worden, hetgeen Openb. 17:12 wordt gezegd, dat de tien koningen die hunne macht het beest hebben gegeven, op een uur hun macht ontvangen hebben met het beest, aangezien de oude Romeinen degenen die zij onder hun gebied hebben gebracht, allengskens van tijd tot tijd met geweld zich hebben onderworpen, en niet door de onderlinge bewilligign en samenspanning; ten derde, omdat het beest en deze vrouw die daarop zit, dat is, de antichrist en de stad Rome hier gedurig tezamen worden gevoegd, daar het heidense Rome, zo lang het heidens is geweest, eigenlijk de stoel van den antichrist niet is geweest, maar is die later eerst geworden; en daarom wordt gezegd dat het beest zou opkomen uit den afgrond en daarna ten verderve gaan; eindelijk, omdat de droevige en voorbeeldelijke ondergang van deze stad Babylon, waarvan Openb. 18 in het brede spreekt, niet kan verstaan worden van het heidense Rome, overmits dit nimmer zulks is overkomen, zolang het heidens is geweest; maar is daarna over de honderd jaren onder de christelijke keizers in goeden stand geweest, gelijk uit de geschiedenis blijkt. Het is wel waar, dat het daarna door de Gothen, Wandalen en anderen is ingenomen en vernietigd, maar is kort daarna wederom tot zijn vorigen stand gebracht, en duurt nog. Daar het openbaar is, dat de ondergang van dit Babylon, waarvan in Openb. 18 gesproken wordt, nimmermeer zal eindigen, gelijk Openb. 18:2,21, wordt betuigd. Dit is zo klaar, dat enige pausgezinde uitleggers zelf bekennen, dat hetgeen hier en in Openb. 18 geprofeteerd wordt moet verstaan worden van de tegenwoordige stad Rome; maar om het antichristendom van zich te weren, versieren zij een ander gedichtsel, namelijk dat een weinig v¢¢r het einde der wereld tien heidense koningen, men weet niet uit welken hoek der wereld, zullen komen, en met den antichrist uit den stam van Dan samenspannen, en de gehele wereld innemen, den paus van Rome verjagen en den antichrist in zijn plaats stellen, en hun heidense afgoderij allen volken opdringen, en dit alles in drie en een half jaar v¢¢r het einde der wereld, en Rome met al haar rijkdom verbranden, en dan nog daarover rouw bedrijven, enz., hetwelk voor deze ook is wederlegd, en tegen alle menselijk oordeel en reden strijdt; gelijk de volgende verklaring ook genoegzaam zal uitwijzen.

Re 17.5 14.8 16.19 17.9,18,12 18.2,21

11) scharlaken rood beest,

Hierdoor wordt de koninklijke pracht en de bloeddorstigheid van dit beest, alsook van deze vrouw verstaan, gelijk uit Openb. 17:4,6 blijkt. Waarvan zie de andere verklaring, gelijk ook van de namen der Godslastering in de aantekeningen Openb. 13:1. Van de zeven hoofden en de tien hoornen, zal door den engel zelf hierna verklaring gedaan worden.

Re 17.4,6 13.1
Copyright information for DutKant