Revelation of John 19:1

1) na dezen hoorde

Dat is, nadat het Roomse Babylon nu eindelijk, door een bijzonder oordeel Gods, was verbrand en uitgeroeid, gelijk in Openb. 18 verhaald is.

2) ener grote schare

Namelijk dergenen die met Christus in den hemel triomferen, en Zijn troon omringden, Openb. 7:9; gelijk zij tot dezen lofzang in Openb. 18:20, door den engel worden vermaand.

Re 7.9 18.20

3) Halleluja,

Dat is, loofd God; een Hebreeuwse wijze van spreken, die in vele psalmen voorkomt; welke in het Griekse en andere Kerken ook behouden is, omdat zij zeer algemeen en bekend was, gelijk ook het woord amen, hosanna, abba, enz.

4) de zaligheid,

Deze eigenschappen worden hier God niet toegewenst, daar Hij die altijd heeft bezeten; maar worden in Hem erkend en geprezen, omdat Hij die metterdaad nu voor een ieder had geopenbaard. Zie dergelijke hiervoren Openb. 5:12, en Openb. 7:12, en elders meer.

Re 5.12 7.12

Revelation of John 19:3

7) ten tweeden maal:

Namelijk om aan te wijzen met hoe groten ernst zij zulks deden.

8) in alle eeuwigheid.

Grieks in de eeuwigheden der eeuwigheden.

Copyright information for DutKant