Revelation of John 19:19

49) ik zag het beest,

Dat is, den antichrist zelf, die het hoofd van dit leger was, en die zijn drie onreine geesten had gezonden tot de koningen der aarde, om hen tot dezen laatsten krijg tegen Christus en Zijn Kerk op te maken. Waarvan zie hiervoor Openb. 16:13,14.

Re 16.13,14

Revelation of John 20:8

23) uitgaan

Namelijk uit den afgrond, waarin hij tevoren gebonden was, om zich te voegen bij den antichrist, wien hij tevoren zijne macht had overgegeven en een tijdlang de gemeente van Christus alleen had verdrukt.

24) om de volken

Dit verstaan velen van de geestelijke verleiding, waardoor gehele volken meer en meer tot nieuwe afgoderij en heidens bijgeloof, hoewel onder enen anderen titel, zijn gebracht. Zie ook Openb. 9:20, enz.

Re 9.20

25) die in de vier

Dat is, in de gehele wereld of in alle landen der wereld. Want van deze verleiding zijn weinig of geen gehele volken in Oosten of Westen, ten tijde van de wederloslating van den satan, en enigen tijd daarna, geheel vrij geweest.

26) Gog en den Magog,

Sommigen verstaan bij deze twee volken dezelfde volken, die in het voorgaande lid zijn genoemd. Doch het schijnt niet, dat al de volken op de vier hoeken der aarde hier Gog en Magog genoemd kunnen worden, maar dat het alleen een deel van die volken der aarde zijn, die behalve dat zij door den draak in zaken van den godsdienst zijn verleid tot hun verderf, ook door hem verleid en opgemaakt zijn tot een krijg, die in den tekst wordt verhaald. Welke nu deze Gog en Magog zijn, is verscheiden gevoelen. Doch met de zaak zelf en met de plaats Ezech. 38 en Ezech. 39, waarop deze profetie ziet, komt best overeen het gevoelen dergenen die zeggen, dat gelijk God bij Ezechi‰l het volk Isra‰ls dat Hij beloofd had uit Babyloni‰ te verlossen, voorzegt wat zwarigheden hun daarna in het heilige land, door de omliggende heidenen van Azi‰, Syri‰ en Egypte, die bij Ezechi‰l Gog en Magog worden genoemd, zouden overkomen, eer Christus in het vlees zou geopenbaard worden, waaruit God hen wonderbaar zou verlossen, gelijk in het eerste en tweede boek der Maccabe‰n is te lezen; dat zo ook na het einde van de duizend jaren, en loslating van den satan, voor de tweede komst van Christus, de Turken, Tartaren en Saracenen, die in de gewesten van Gog en Magog meest hun woonplaatsen hebben, met het overblijfsel van het antichristische rijk en christendom zouden bestrijden, en met zware oorlogen drukken, waaruit God hun wonderbaar zou verlossen, en die eindelijk ook door Christus' tweede komst zouden gedempt en nedergeslagen worden.

27) welker getal is

Zie hiervan breder Openb. 9:16, en vervolgens.

Re 9.16
Copyright information for DutKant