Revelation of John 22:11

28) Die onrecht doet,

Hiermee wordt een tegenwerping voorkomen, die op Openb. 22:10 kon gemaakt worden, namelijk dat enigen deze openbaring, indien ze een ieder bekend gemaakt werd, zou misbruiken tot zorgeloosheid van het vlees of tot verbittering tegen de Kerk van Christus; waarop dit antwoord volgt gelijk Ezech. 2:3, en Dan. 12:10; door welke wijze van spreken geen toelating van kwaad te mogen doen wordt betekend, maar een zwaarder oordeel van God over zulken wordt gedreigd, gelijk Christus ook tot Judas zeide, Joh. 13:27: Dat gij doet, dat doe haastelijk. Zie ook 2 Cor. 2:15.

Re 22.10 Eze 2.3 Da 12.10 Joh 13.27 2Co 2.15

29) dat hij nog gerechtvaardigd

Dat is, meer en meer zijn rechtvaardigheid uit de vruchten betone; gelijk Jak. 2:18,24 wordt verklaard. Want het woord rechtvaardigen wordt hier gesteld tegen onrecht doen, gelijk het woord heilig worden tegen het woord vuil worden.

Jas 2.18,24
Copyright information for DutKant