Romans 1:24

58) Daarom heeft God

Namelijk om deze afgoderij en de ontering, die zij God daarmede aandeden. Zie Ps. 106:20; Jes. 40:17,18.

Ps 106.20 Isa 40.17,18

59) overgegeven

Dat is, die hun kwade begeerten niet ingetoomd, maar hun gang hebben laten gaan, Ps. 81:13; Hand. 14:16, en zich door Zijn rechtvaardig oordeel van Zijne gaven, die zij verachtten en misbruikten, meer en meer ontbloten, Matth. 25:28, en hen verlatende den Satan overgegeven, die hen tot alle boosheid verzoekt en verleidt; 1 Sam. 16:15; Matth. 6:13.

Ps 81.12 Ac 14.16 Mt 25.28 1Sa 16.15 Mt 6.13

60) in de begeerlijkheden hunner harten

In Rom. 1:26 wordt hetzelfde gezegd, tot oneerlijke bewegingen; niet dat God zulke oneerlijke begeerlijkheden of bewegingen werkt, want die zijn uit God niet; Jak. 1:13; 1 Joh. 2:16; zie hiervan breder de voorgaande 59 aantekeningen.

Ro 1.26 Jas 1.13 1Jo 2.16

61) onder elkander te onteren.

Of, in zichzelven.

Romans 1:26

65) oneerlijke bewegingen;

Grieks bewegingen der oneer; dat is, oneerlijke of schandelijke bewegingen. Want gelijk 1 Thess. 4:4,5, wij vermaand worden, ons vat te bezitten in ere, dat is onze lichamen te onthouden van onkuisheid, alzo degenen, die zich tot onkuisheid begeven, die onteren zichzelven en hunne lichamen, 1 Cor. 6:18, voornamelijk die zulke stomme zonden toen bedreven, hetzij dat zij zulks deden, of leden.

1Th 4.4,5 1Co 6.18
Copyright information for DutKant