Romans 10:10

24) gelooft men ter rechtvaardigheid

Namelijk als zijnde een middel, waardoor de rechtvaardigheid van Christus aangenomen, ons toegerekend en geschonken wordt; Rom. 3:24,25, en Rom. 4:5.

Ro 3.24,25 4.5

25) belijdt men ter zaligheid.

De ware belijdenis wordt hier gesteld als een weg, waardoor wij tot de zaligheid, die ons door Christus' gerechtigheid verworven is, moeten komen, Matth. 10:32, en als een kenteken van het ware geloof, dat in het hart verborgen is; 1 Joh. 4:15.

Mt 10.32 1Jo 4.15

1 Peter 3:15

30) heiligt God,

Dat is, schrijft Hem alle lof en eer toe, hangt Hem alleen aan en vertrouwt op Hem, gelijk Job 33:4; Rom. 4:20; want dan geven wij God zijn hoogste eer, als wij Zijn genade, trouw, wijsheid en mogendheid alles toeschrijven.

Job 33.4 Ro 4.20

31) tot verantwoording

Dat is, openlijke belijdenis en bescherming uit Gods Woord van uw hoop, naar de mate der gaven die gij ontvangen hebt.

32) die u rekenschap

Namelijk ambtshalve, of om onderricht te worden; of, wanneer de verdediging der waarheid zulks vereist. Want anders zegt ook Christus, dat wij het heilige niet voor de honden zullen werpen, noch de paarlen voor de zwijnen, opdat zij zich niet omkeren en ons verscheuren; Matth. 7:6.

Mt 7.6

33) van de hoop,

Dat is, van den grond van uw geloof en vervolgens ook van uw hoop, waarop gij steunt.

34) vreze.

Dat is, met zorgvuldige voorzichtigheid, opdat u niets ontvalle, dat Gods gemeente of het Evangelie nadelig zou zijn. Zie een voorbeeld in Christus, Joh. 18:19,20, als hij voor de rechters stond.

Joh 18.19,20
Copyright information for DutKant