Romans 10:18

42) zij het niet gehoord?

Namelijk Joden en heidenen; want van beiden spreekt hij daarna verscheidenlijk.

43) Ja toch,

Namelijk zij hebben het allen waarlijk gehoord.

44) hun geluid is over de gehele aarde uitgegaan,

Deze plaats, genomen uit Ps. 19, die eigenlijk spreekt van de kennis van God, die alle mensen hebben kunnen uit het aanschouwen van den hemel en van de schepselen, die daarin zijn, menen sommigen dat ook een profetie in zich begrijpt van hetgeen ten tijde der apostelen geschieden zou. Doch alzo de apostel dit eigenlijk niet bijbrengt als van David voorzegd, gelijk hij elders wel doet, zo kan dit zeer bekwamelijk genomen worden voor een heilige toepassing van deze woorden tot het voornemen van den apostel, gelijk hierboven Rom. 10:6, dergelijk in de plaats Deut. 30:11 gezien is. En daarom verandert hij ook een woord of twee daarin, dat op zijn voornemen niet paste.

Ro 10.6 De 30.11

45) tot de einden der wereld.

Namelijk door de apostelen en evangelisten onder alle volken der wereld, ook onder de heidenen, naar het bevel van Christus, Matth. 28:19; Mark. 16:15, waarvan de vervulling alsdan alrede geschiedde; Rom. 1:8, en Rom. 15:19; Col. 1:6.

Mt 28.19 Mr 16.15 Ro 1.8 15.19 Col 1.6

1 Corinthians 15:52

161) In een punt des [tijds],

Dat is, gans haastig en snel.

162) de laatste bazuin;

Dat is, met een groot en verschrikkelijk geluid, gelijk daar is der bazuinen of trompetten. Dit geluid wordt genaamd de stem des Zoons van God, Joh. 5:28; een geschrei en stem des Archangels en bazuin Gods, 1 Thess. 4:16.

Joh 5.28 1Th 4.16

163) de doden zullen

Dat is, die v¢¢r dien tijd zullen gestorven zijn.

164) wij zullen veranderd

Namelijk die alsdan leven zullen; zie 1 Cor. 15:51.

1Co 15.51

2 Peter 3:10

34) de dag des Heeren

Dat is, de jongste of laatste dag, als de Heere komen zal ten oordeel.

35) als een dief

Dat is, onvoorziens. Zie de aantekeningen 1 Thess. 5:2.

1Th 5.2

36) in welken de hemelen

Namelijk dag des Heeren.

37) met een gedruis

Namelijk gelijk in een groot onweder of grote storting van water gehoord wordt.

38) zullen voorbij gaan,

Hoe dit voorbijgaan of vergaan van hemel en aarde geschieden zal, zijn er verschillende meningen, zo van oude als van nieuwe leraars. Sommigen menen, dat de substantie of het wezen zelf der wereld ten enenmale zal vergaan en vernietigd worden; anderen, dat alleen de hoedanigheden derzelve zullen vergaan en veranderd worden, en de substantie of wezen blijven. Welke mening wel de algemene en waarschijnlijkste is. Zie Ps. 102:26,27; Rom. 8:19.

Ps 102.25,26 Ro 8.19

39) de elementen branden

Namelijk waaruit alle lichamelijke schepselen bestaan, dat is, het vuur, de lucht, het water en de aarde.

40) vergaan, en de aarde

Grieks los gemaakt of ontbonden worden.

41) de werken, die daarin zijn,

Namelijk die de aarde uit zich voortbrengt of die de mensen op de aarde gemaakt en gebouwd hebben.

42) verbranden.

Namelijk door het vuur, waarvan gesproken is 2 Petr. 3:17.

2Pe 3.17
Copyright information for DutKant