Romans 11:26

124) alzo zal

Dat is, alsdan, namelijk als de volheid der heidenen zal ingegaan zijn.

125) geheel Israel

Dat is, niet enige weinigen, maar ene zeer grote menigte, en gelijk als de ganse Joodse natie.

126) zalig worden;

Namelijk door de predikatie des Evangelies krachtig geroepen, en door het geloof gerechtvaardigd zijnde.

127) De Verlosser zal uit Sion komen

Grieks, die uittrekt; namelijk iemand uit enige zwarigheid. Hebreeuws, Go‰l. Waardoor de Messias verstaan wordt, die, als een naaste bloedverwant der Joden, hen uit het verderf zal trekken en verlossen.

128) de goddeloosheden

Namelijk hen door den Geest der wedergeboorte van dezelve bekerende, en hen die vergevende.

129) van Jakob.

Dat is, van de Joden, die Jakobs nakomelingen zijn.

Ephesians 2:13

39) verre waart,

Namelijk van deze weldaden en voordelen, waarvan in Ef. 1, is gesproken. En zie hier de apostel op de plaats Jes. 49:1. Zie Hand. 2:39.

Isa 49.1 Ac 2.39

40) het bloed

Dat is, door den dood en bloedige offerande van Christus, waardoor dit onderscheid der volken is weggenomen.

1 Peter 2:10

30) Gij, die eertijds

Deze plaats is genomen uit Hos. 2:22, die de apostel hier van de verstrooide Joden, die tot Christus bekeerd waren, en Paulus, Rom. 9:25, ook van de bekeerde heidenen verklaart, die nu beiden een volk van God in Christus zijn; Ef. 2:13, enz.

Ho 2.23 Ro 9.25 Eph 2.13
Copyright information for DutKant