Romans 11:29

138) onberouwelijk.

Dat is, zodanig, dat God van dezelve geen berouw krijgt, dat is, onveranderlijk is; want bij de mensen ontstaat veranderen van voornemen daaruit, dat het hun berouwt zulk een voornemen genomen te hebben; 1 Sam. 15:29; 2 Cor. 7:10.

1Sa 15.29 2Co 7.10

Philippians 1:6

8) Hij, Die

Namelijk God de Vader.

9) een goed werk

Namelijk des geloofs in Christus en der bekering tot God.

10) voleindigen

Dat is, meer en meer zal vermeerderen, versterken en bewaren.

11) op den dag van

Namelijk op welken Christus u uit dit leven tot Zich zal nemen, of uit de doden zal opwekken ten uitersten dage des oordeels.

1 John 5:4

8) overwint de wereld;

Dat is, in den geestelijken strijd tussen den Geest der wedergeboorte en de wereldse begeerlijkheden en aanlokkingen, waardoor wij tot afwijking van het geloof en overtreding der geboden Gods worden verzocht, houdt het de overhand.

9) de overwinning,

Dat is, de oorzaak van onze overwinning, omdat het Christus omhelst, door wien wij alles vermogen; Filipp. 4:13.

Php 4.13

10) ons geloof.

Namelijk dat vergezeld is van al wat tot een waar geloof vereist wordt; want zulk een geloof kan niet bestaan zonder onderhouding van de geboden der liefde tot God en den naaste.

1 John 5:18

47) niet zondigt;

Namelijk tot den dood; nog zo dat de zonde over hem de heerschappij heeft. Zie 1 Joh. 3:9.

1Jo 3.9

48) bewaart zichzelven,

Namelijk dat hij in deze zonde niet vervalle.

49) de boze

Dat is, de duivel, die hem tot deze zonde zoekt te brengen; Matth. 6:13.

Mt 6.13

50) vat hem niet.

Of raakt hem niet; dat is, heeft geen vat op hem, om hem in die zonde te trekken.

Copyright information for DutKant