Romans 12:2

9) dezer wereld

Grieks, dezer eeuw; namelijk die in het boze gelegen is; 1 Joh. 5:19.

1Jo 5.19

10) niet gelijkvormig;

Dat is, neemt niet aan den vorm of de gedaante dezer boze wereld. Hoedanig deze vorm nu was, beschrijft de apostel Rom. 13:13; Ef. 4:18,19, en Petrus, 1 Petr. 4:3, en Johannes, 1 Joh. 2:16.

Ro 13.13 Eph 4.18,19 1Pe 4.3 1Jo 2.16

11) wordt veranderd door de vernieuwing

Grieks, in vorm, of gedaante hersteld; niet naar lichaam, gelijk de po‰ten in hunne fabelen dichten, somwijlen geschied te zijn, maar naar de ziel en krachten derzelve, namelijk naar het verstand en naar den wil en de genegenheden.

12) gemoeds,

Of, verstands. Zie Ef. 1:18, en Ef. 2:3, en Ef. 4:23; Col. 1:21.

Eph 1.18 2.3 4.23 Col 1.21

13) beproeven,

Dat is, onderscheiden; of ene proeve geven door uw godzalig leven, dat gij verstaat welke de goede wil Gods zij.

14) wil van God zij.

Namelijk naar welken als den enigen en volmaakten regel wij ons leven moeten aanstellen, dien Hij in zijn Woord ons volkomen geopenbaard heeft.

Ephesians 2:3

9) wij allen eertijds

Namelijk die uit de Joden tot Christus bekeerd zijn, hetwelk hij daarbij doet om te bewijzen, dat hunne bekering, zowel als die der heidenen, uit enkel genade was geschied.

10) onzes vleses,

Dat is, onze verdorven natuur, gelijk deze wijze van spreken doorgaans voorkomt, welke Paulus verklaart Rom. 8:7,8, enz.

Ro 8.7,8

11) den wil des vleses

Grieks, de willen; dat is, lusten en genegenheden des vleses.

12) der gedachten;

Het Griekse woord dianoia, betekent het verstand, of het redelijke deel van de ziel des mensen, hetwelk v¢¢r zijne bekering den mens ook niet dan tot ijdelheid en wereldse dingen drijft. Zie Rom. 1:22, en Rom. 8:7; Col. 2:18.

Ro 1.22 8.7 Col 2.18

13) van nature

Of door de natuur; dat is van onze geboorte of moeders lijf aan, gelijk dit woord natuur ook genomen wordt Gal. 2:15, en elders. Zie Job 14:4; Ps. 51:7; Joh. 3:6; Rom. 5:12,13,14.

Ga 2.15 Job 14.4 Ps 51.5 Joh 3.6 Ro 5.12,13,14

14) kinderen des toorns,

Dat is, den toorn Gods vanwege onze aangeboren zonde onderworpen. Zie Rom. 1:18, en Rom. 9:22.

Ro 1.18 9.22

15) de anderen;

Namelijk de heidenen. Zie Rom. 3:9, enz.

Ro 3.9
Copyright information for DutKant