Romans 15:27

90) het heeft hun [zo] goed gedacht;

Dit verhaalt hij wederom om deze hunne vrijwilligheid te prijzen, en daarmede de Romeinen stilzwijgende te vermanen, dat zij hun voorbeeld behoorden na te volgen, alzo zij niet minder in goeden voorspoed waren als die van Griekenland.

91) hun schuldenaars;

Dat is, zijn verplicht om hun bijstand te doen. Dit zegt hij niet om hunne vrijwilligheid te verminderen, maar om de Romeinen daarmede heuselijk te vermanen, dat zij ook daartoe verplicht zijn om dezelfde reden die volgt.

92) hunner geestelijke [goederen]

Dat is, de leer des Evangelies van Christus, in welke alle schatten der geestelijke goederen verborgen zijn, welke goederen der Joden, of der gemeente te Jeruzalem genaamd worden, omdat Christus den Joden voornamelijk is beloofd, en omdat het Evangelie uit de gemeente van Jeruzalem door de gehele wereld onder de heidenen verbreid is; Jes. 2:3; Hand. 1:4,8.

Isa 2.3 Ac 1.4,8

93) schuldig

Dat is, door de grote weldaad van hen ontvangen verplicht, om hetzelve enigszins te vergelden. Zie 1 Cor. 9:11; Gal. 6:6.

1Co 9.11 Ga 6.6

94) lichamelijke [goederen] te dienen.

Grieks, vleselijke; dat is, nodig tot onderhoud des vleses, dat is des lichaams.

1 Corinthians 16:1

1) de verzameling

Namelijk der penningen, die vergaderd worden uit de gemeente.

2) die voor de heiligen

Dat is, voor de arme gelovigen te Jeruzalem zijnde, onder wie groot gebrek was, zo vanwege den duren tijd, van Agabus voorzegd, Hand. 11:28, alsook om de harde vervolging tegen deze gemeente, die daardoor genoodzaakt was bijstand te verzoeken bij de Griekse gemeenten, die toen bloeiden. Van deze inzameling, zie ook Rom. 15:25,26; 2 Cor. 8:1; Gal. 2:10.

Ac 11.28 Ro 15.25,26 2Co 8.1 Ga 2.10

3) aan de gemeente

Zie van deze gemeenten Gal. 1:2.

Ga 1.2

4) verordineerd heb,

Namens op welke wijze en tijd deze inzameling bekwamelijk kan aangesteld en gedaan worden.

5) doet ook gij alzo.

Dat is, volgt haar voorbeeld na, zo in het mildelijk geven, Rom. 12:13, als in het onderhouden van de orde in het inzamelen, die in 1 Cor. 16:2 beschreven wordt.

Ro 12.13 1Co 16.2

2 Corinthians 9:1

1) de bediening, die

Hierdoor kan verstaan worden, •f de handreiking zelve, •f de wijze van die in te zamelen en naar Jeruzalem af te zenden, die hij geheel aan hun goeddunken overgeeft, omdat hij wist dat zij daartoe al overlang volvaardig waren geweest en genoegzame voorzichtigheid hadden, om het wel en behoorlijk te doen.

2) aan u te schrijven.

Namelijk breder of verder.

Copyright information for DutKant