Romans 3:20

38) Daarom zal uit de werken der wet

Hier besluit Paulus uit het geheel voorgaande bewijs van Rom. 1:17 tot hier toe, dat de mens door zijne werken niet kan gerechtvaardigd worden voor God.

Ro 1.17

39) geen vlees

Dat is, geen levend mens; Ps. 143:2; Gal. 2:16.

Ps 143.2 Ga 2.16

40) gerechtvaardigd worden,

Hetwelk niet betekent rechtvaardigheid of heiligheid instorten; want het zou geen zin hier hebben, geen vlees kan de rechtvaardigheid in gestort worden voor God; maar het betekent voor Gods oordeel van de verdoemenis vrijgesproken, en voor rechtvaardig gehouden worden. Zie Job 9:2,3; Ps. 143:2; Rom. 8:33,34; Gal. 2:16,17, enz.

Job 9.2,3 Ps 143.2 Ro 8.33,34 Ga 2.16,17

41) de kennis der zonde.

Namelijk wanneer de wet den mens voorstelt wat God gebiedt en verbiedt; en de conscientie des mensen hem overtuigd, dat hij daartegen met gedachten, lusten, woorden en werken heeft misdaan; Rom. 7:7; Gal. 3:19,22.

Ro 7.7 Ga 3.19,22

Romans 6:23

62) de bezoldiging der zonde

Grieks bezoldingen; ene gelijkenis, genomen van de krijgslieden, die ten einde van hun dienst hunne betaling of soldij krijgen.

63) de dood,

Namelijk niet alleen de tijdelijke, maar ook de eeuwige, gelijk uit het navolgende lid blijkt.

64) de genadegift Gods

Namelijk die wij door Christus verkrijgen in onze heiligmaking, waarvan hij hier spreekt.

65) is het eeuwige leven,

Dat is, heeft tot een einde het eeuwige leven, gelijk gesproken wordt Rom. 6:22; niet dat dezelve zulks verdient [want dan zou het niet zijn ene genadegift], maar omdat Christus ons zulks verdiend heeft, en uit genade zal schenken, gelijk de volgende woorden, door Jezus Christus onzen Heere, bewijzen.

Ro 6.22
Copyright information for DutKant