Romans 3:3-4

4) al zijn sommigen

Dat is, een groot deel derzelve, namelijk die door hun eigen ongeloof de voordelen, hun van God verleend, krachteloos maken. Zie Hebr. 3:16,17,18; en Hos. 8:12.

Heb 3.16,17,18 Ho 8.12

5) hunne ongelovigheid

Dat is, derzelver, of zulker ongelovigheid.

6) het geloof Gods

Dat is, de trouw en waarheid Gods, die onder dat volk, niettegenstaande de ondankbaarheid van velen, altijd de zijnen heeft willen behouden en nog behoudt, op welken de beloften Gods inzonderheid zien, en hunne kracht hebben; Rom. 9:8,27, en Rom. 11:1, enz.

Ro 9.8,27 11.1
7) zij waarachtig

Namelijk in het onderhouden van Zijn verbond en volbrengen van Zijne beloften, al is het dat de mensen die onwaardig zijn.

8) gerechtvaardigd

Dat is, rechtvaardig en trouw erkend.

9) overwint

Dat is, in uw oordelen zuiver en zonder blaam bevonden wordt. David breekt uit in deze bekentenis, uit aanmerking van zijne zonde tegen God begaan, en van de belofte der vergeving hem van Nathan verkondigd.

10) oordeelt

Of, geoordeeld wordt; want het Griekse woord kan beide deze overzettingen verdragen; maar de Hebreeuwse tekst vereist het eerste, hetwelk ook best overeenkomt met Paulus' voornemen, hetwelk is te bewijzen dat God altijd zuiver en rechtvaardig blijft, of overwint, wanneer Hij oordeelt, dat is, de zonder der mensen in de kinderen der ongehoorzaamheid naar verdiensten straft, of wanneer Hij, naar Zijn beloften, Zich ontfermt over de zonden van Zijne kinderen, hetwelk ook door Gods oordeel, doch in Zijn barhartigheid, geschiedt; Matt. 12:18,20. En wordt de waarheid Gods, In het houden van Zijne beloften, ook in de Schrift gerechtigheid Gods genaamd; Ps. 143:11, en 1 Joh. 1:9.

Mt 12.18,20 Ps 143.11 1Jo 1.9
Copyright information for DutKant