Romans 3:30

61) de besnijdenis

Dat is, de Joden.

62) de voorhuid door het geloof.

Dat is, de heidenen van afkomst.

Romans 15:8

31) En ik zeg,

Hier verklaart hij breder hoe Christus aangenomen heeft beiden Joden en heidenen, om daardoor beiden te vermanen, dat zij ook alzo elkander moeten aannemen.

32) een dienaar geworden is

Dat is, der Joden, die besneden zijn, Rom. 4:12, dien Hij, zijnde de Heere over allen, als een dienaar, den weg der zaligheid heeft verkondigd, en onder hen alleen zijn dienst bedient; Matth. 15:24, en Matth. 20:28.

Ro 4.12 Mt 15.24 20.28

33) vanwege de waarheid Gods,

Namelijk opdat die niet zou gekrenkt worden; maar dat God waarachtig zou worden bevonden in Zijne beloften.

34) der vaderen;

Dat is, die den vaderen eertijds in het Oude Testament zijn gedaan. Zie 2 Cor. 1:20.

2Co 1.20
Copyright information for DutKant