Romans 4:10-11

17) Als hij in de besnijdenis was,

Dat is, is het hem toegerekend als hij alrede besneden was?

18) in de voorhuid?

Dat is toen hij nog niet besneden was. Want deze belofte, waar het geloof van Abraham op zag, is wel veertien jaren tevoren geschied, eer Abraham besneden werd; alzo Abraham nog gene hoop van kinderen had, toen deze belofte is gedaan, Gen. 15:2, en Isma‰l nu dertien jaren oud was als Abraham negen en negentig jaren oud zijnde, besneden is geworden; Gen. 17:24,25.

Ge 15.2 17.24,25
19) het teken der besnijdenis

Dat is, de besnijdenis tot een teken en zegel, dat is verzegeling en versterking, van dat hij door het geloof gerechtvaardigd was; in welke woorden de natuur en eigenschap van alle sacramenten kortelijk wordt aangewezen, gelijk ook Gen. 17:11; Exod. 12:13; Ezech. 20:12. Namelijk dat zij dienen om het geloof niet eerst te werken, maar te verzegelen en te versterken, en daarom niet blote tekenen, maar ook zegelen zijn.

Ge 17.11 Ex 12.13 Eze 20.12

20) een vader van allen,

Namelijk naar welks voorbeeld of voetstappen God wil dat zowel heidenen als Joden door het geloof gerechtvaardigd zouden worden.

Colossians 2:17

67) het lichaam is van

Dat is, de betekenende zaak is Christus; dat is, in Christus vervuld. Want alle schaduwen des Ouden Testaments hebben op Christus en Zijne weldaden gezien, door wiens komst zij ook een einde hebben. Zie Joh. 1:17; Gal. 4:3,4.

Joh 1.17 Ga 4.3,4
Copyright information for DutKant