Romans 4:13

21) door de wet aan Abraham

Dat is, door de onderhouding der wet. Hier brengt Paulus nog een andere reden voort om te bewijzen dat Abraham niet is gerechtvaardigd uit de werken; want anders zou de belofte aan Abraham gedaan, namelijk dat hij met zijn zaad een erfgenaam der wereld zou zijn, tevergeefs gegeven wezen. Want de wet werkt toorn en geeft de erve niet, omdat zij door het vlees verzwakt is; Rom. 8:3.

Ro 8.3

22) een erfgenaam der wereld zou zijn,

Hier wordt gezien •f op de belofte aan Abraham gedaan, op denzelfden tijd als deze getuigenis van zijne rechtvaardigheid uit het geloof is gegeven; Gen. 16:6,7,8; namelijk van de bezitting van het land Kana„n, hetwelk een voorbeeld was van de eeuwige rust der gelovigen in den hemel, waarvan de apostel hier spreekt, Hebr. 4:3, en Hebr. 11:9,10; •f op een andere belofte, die uitgedrukt staat Gen. 22:17,18, nadat hij zijnen zoon heeft willen opofferen, namelijk dat alle geslachten der aarde in zijn zaad zullen gezegend worden. Want Abraham, als een vader aller gelovigen, is van God in de erve van de geestelijke wereld gesteld, waarvan al zijn geestelijke kinderen, de gelovigen ook hun deel door Christus, het beloofde zaad, zullen ontvangen; Ps. 2:8; Hebr. 2:5.

Ge 16.6,7,8 Heb 4.3 11.9,10 Ge 22.17,18 Ps 2.8 Heb 2.5

Romans 4:16

30) is zij

Namelijk de belofte van deze erfenis.

31) uit het geloof,

Dat is, onder voorwaarde van het geloof van God gedaan of gegeven.

32) naar genade zij;

Want geloof en genade gaan altijd tezamen, en het geloof steunt op de onveranderlijke genade Gods, niet op de werken of op zichzelven, Rom. 4:5; Ef. 2:8.

Ro 4.5 Eph 2.8

33) vast zij al den zade,

Want wij kunnen van de erve verzekerd worden alleen door het geloof, en niet door de werken der wet, dewijl niemand de wet onderhoudt, gelijk tevoren bewezen is. Zie ook Gal. 3:16,18.

Ga 3.16,18

34) uit de wet is,

Dat is, uit de Joden, wien de wet gegeven was. Want dat niemand uit de werken der wet een erfgenaam kan worden, is in Rom. 4:14 geleerd.

Ro 4.14

35) uit het geloof Abrahams is,

Dat is, die het geloof van Abraham navolgen, al zijn zij uit Abraham naar het vlees niet gesproten.

36) van ons allen;

Namelijk die geloven.

Copyright information for DutKant