Romans 4:6-7

14) den mens zalig spreekt,

Grieks de zaligspreking des mensen zegt.

15) [Zeggende:]

Namelijk in het begin van Ps. 32, welk bewijs van Paulus onwedersprekelijk is. Want die uit Zijne werken gerechtvaardigd is, die heeft gene vergeving der zonden van node om gelukzalig te zijn; en wie bidt dat God hem zijne zonden niet toerekene, die bidt ook dat God hem de rechtvaardigheid van Jezus Christus toerekene, alzo deze twee dingen in Gods oordeel niet kunnen gescheiden worden. Zie Rom. 3:24, en Rom. 5:19; Ef. 1:7, enz.

Ro 3.24 5.19 Eph 1.7

2 Corinthians 5:19

48) Want God

Of, hoe dat God, enz.

49) de wereld met

Dat is, de uitverkorenen en gelovigen door de gehele wereld, gelijk Joh. 6:33,51.

Joh 6.33,51

50) in ons gelegd.

Dat is, ons toebetrouwd, om het in Zijnen naam te verkondigen.

2 Corinthians 5:21

52) gekend heeft, heeft Hij

Dat is, die van alle zonde vrij is geweest; 1 Petr. 2:22.

1Pe 2.22

53) zonde voor ons gemaakt,

Dat is, ene offerande voor de zonde, gelijk Lev. 7:2. Of, zonde, door toerekening van onze zonden, gelijk Hij ook gezegd wordt een vloek geworden te zijn; Gal. 3:13.

Le 7.2 Ga 3.13

54) rechtvaardigheid Gods

Dat is, rechtvaardigd voor God. Of, dat de rechtvaardigheid Gods ons zou toegerekend worden; Rom. 4:4,5, enz.

Ro 4.4,5

55) in Hem.

Namelijk Christus, ten aanzien dat wij in Hem zijn, en Zijn gerechtigheid ons wordt toegerekend; Rom. 8:1, enz.

Ro 8.1
Copyright information for DutKant