Romans 5:20-21

58) Maar de wet

Hier beantwoordt de apostel deze tegenwerping: Indien wij door de gerechtigheid van Christus alleen tot rechtvaardigen gesteld worden, waartoe is dan de wet den Isra‰lieten door Mozes gegeven; en verklaart dat de wet niet is gegeven om gerechtvaardigd te worden door haar, maar opdat de zonde en de straf, die wij vanwege de zonde schuldig zijn, te beter zou bekend worden; en dat alzo de genade Gods in Christus, die ons, niettegenstaande de zwaarheid onzer zonden, rechtvaardigt, te meerder zou geacht worden, en wij te vlijtiger onze toevlucht tot dezelve zouden nemen. Zie Gal. 3:19.

Ga 3.19

59) bovendien ingekomen,

Namelijk boven de schuld, die wij van nature onderworpen waren; of, boven de belofte, die alrede aan Abraham gedaan was, waarvan in Rom. 4 en Gal. 3:17, gesproken wordt.

Ga 3.17

60) te meerder worde;

Dat is, te blijkelijker en ook te sterker, niet door de schuld van de wet, maar van onze verdorven natuur, die altijd streeft tegen hetgeen haar verboden is; Rom. 7:5,8.

Ro 7.5,8

61) de genade veel meer overvloedig geweest;

Zie de aantekeningen op Rom. 5:15.

Ro 5.15
62) geheerst heeft

Dat is, de overhand over ons gehad heeft, of ons Zijne macht heeft onderworpen.

63) tot den dood,

Grieks in den dood; namelijk de tijdelijke en eeuwige dood, gelijk blijkt uit de volgende tegenstelling.

64) de genade zou heersen

Namelijk Gods over ons.

65) door rechtvaardigheid

Namelijk die ons van Hem door het geloof is geschonken.

66) tot het eeuwige leven,

Namelijk hetwelk hier in ons begint, en namaals ten volle over ons zal geopenbaard worden; Joh. 11:25,26; Col. 3:3,4.

Joh 11.25,26 Col 3.3,4
Copyright information for DutKant