Romans 8:20-22

58) niet gewillig,

Dat is, niet vanzelf, of naar de orde, die God eerst in de schepping gesteld heeft; want geen schepsel zoekt zijn eigen verderf. Zie ook Rom. 8:38,39.

Ro 8.38,39

59) om diens wil,

Dat is, om de zonde des mensen wil, waardoor ook naar Gods rechtvaardig oordeel de vloek over het aardrijk is gekomen; Gen. 3:17, en over alle andere creaturen die den mens in deze verdorvenheid moeten dienen. Matth. 5:45, en het misbruik des mensen onderworpen zijn.

Ge 3.17 Mt 5.45
60) Op hoop,

Tevoren heeft hij het verwachting genaamd; want hoop is een lijdzame verwachting van ene zaak; en wordt hier alzo genaamd, omdat God deze algemene verlossing des schepsels van het verderf en misbruik des mensen beloofd heeft, waar de engelen en heilige zielen naar verlangen, Openb. 6:10, en de andere schepselen een natuurlijke genegenheid toe schijnen te hebben, hetwelk in Rom. 8:22 bij gelijkenis een zuchten en barensnood wordt genaamd, waar de verlossing op wordt verwacht. Sommigen voegen deze woorden, op hoop, bij het Rom. 8:20, en beginnen dit vers aldus: Want ook het schepsel, enz.

Re 6.10 Ro 8.22,20

Romans 8:28

75) En wij weten,

Hier begint de laatste reden van vertroosting, die de gelovigen in al hunne zwarigheden stellen tegen alle aanvechtingen en verdrukkingen, genomen van Gods eeuwigen raad of vast voornemen, om ons dwars door alle zwarigheden, door de volgende middelen tot de zaligheid te brengen.

76) alle dingen medewerken

Dat is, alle zwarigheden en verdrukkingen, waarvan hij tot nog toe heeft gesproken.

77) naar [Zijn] voornemen

Namelijk dat Hij in zichzelven voorgenomen heeft, om de mensen uit genade door Christus zalig te maken. Zie Ef. 1:9,11, enz.

Eph 1.9,11

78) geroepen zijn.

Namelijk tot het ware geloof, dat door de liefde krachtig is, niet alleen door een uitwendige, maar ook door een inwendige en krachtige roeping, waar de gehoorzaamheid zekerlijk op volgt; Joh. 6:44,65; 1 Cor. 1:24,26.

Joh 6.44,65 1Co 1.24,26
Copyright information for DutKant