Romans 8:32

88) niet gespaard heeft,

Namelijk en daarmede, als een ontwijfelijke getuigenis, getoond heeft dat Hij met ons is; Rom. 5:8.

Ro 5.8

89) ons allen

Namelijk die in Hem geloven, die Hem liefhebben en naar Zijn voornemen geroepen zijn.

90) overgegeven,

Namelijk in den dood; Rom. 4:25.

Ro 4.25

91) met Hem

Namelijk Christus Jezus, die de allerkostelijkste gave is, in welke alle schatten der wijsheid en wetenschap verborgen zijn, Col. 2:3, zodat degene, die Hem heeft, alles heeft wat hem tot zaligheid nodig is.

Col 2.3

92) alle dingen

Dat is, al wat ons tot onze eeuwige zaligheid nodig is.

93) schenken?

Namelijk uit genade, gelijk het Griekse woord medebrengt; hetwelk dan gesteld wordt tegen al de verdiensten der mensen.

Ephesians 3:17

38) in uw harten

Dat is, geduriglijk met Zijne werkingen blijve, gelijk Joh. 6:56, en Joh. 14:23.

Joh 6.56 14.23

39) de liefde

Namelijk tegen God en uwen naaste, welke een onderscheidelijke vrucht en metgezel des geloofs is; 1 Cor. 13:1; Gal. 5:6. Anderen nemen het voor de liefde waarmede ons God liefheeft.

1Co 13.1 Ga 5.6

40) geworteld

Dat is, bevestigd zijt, gesterkt zijt.

1 John 1:3

12) met ons

Apostelen van Christus en alle andere gelovigen met elkander, 1 Joh. 1:7.

1Jo 1.7

13) gemeenschap zoudt

Namelijk aan al de geestelijke weldaden, die Christus ons heeft verworven, en die in het Evangelie worden verkondigd.

14) onze gemeenschap

Namelijk die wij gelovigen gezamenlijk hebben.

15) ook [zij]

Of is.

16) met den Vader,

Namelijk die nu met ons door Christus verzoend is en ons Zijn hemelse goederen deelachtig maakt.

17) met Zijn Zoon

Namelijk door het geloof deelachtig wordende aan Zijn gerechtigheid en heerlijkheid; en het blijkt dat de apostel hier spreekt van een geestelijke gemeenschap, die wij met Christus hebben.

Copyright information for DutKant