Ruth 1:16

32) uw volk is mijn volk, en uw God is mijn God.

Hiermede toont zij haar bekering tot den waren God en de gemeenschap zijner kerk, waarin het schijnt dat Naomi haar met de voorgaande redenen, met het exempel harer zwagerin, had willen beproeven. Vergelijk Joz. 24:18.

Jos 24.18

Ruth 2:12

20) uw loon zij volkomen,

Dat God den weldadigen genadiglijk beloofd heeft.

21) onder wiens

Of, die gij gekomen zijt, om onder zijn vleugelen toevlucht te nemen, of, bescherming te zoeken, of, u te betrouwen.

22) vleugelen

Dat is, genadige beschutting, bescherming en koestering; een gelijkenis genomen van de jongen der vogels, die zich onder de vleugels der ouden verbergen om gekoesterd en bewaard te zijn. Zie Ps. 17:8, en Ps. 36:8, en Ps. 57:2, en Ps. 63:8, en Ps. 91:4; Matth. 23:37.

Ps 17.8 36.7 57.1 63.7 91.4 Mt 23.37

Ezra 9:1

1) volken dezer landen,

Die in de heidense gruwelen der afgoderij bleven steken, aan welken God, Deut. 7:2,3, enz. en elders, zijn volk uitdrukkelijk verboden had te huwelijken.

De 7.2,3

Nehemiah 13:23

54) Asdodische,

Dat is, heidense vrouwen van allerlei vreemde volken. Asdod was een stad en streek der Filistijnen. Zie 1 Sam. 5:1,2, enz.

1Sa 5.1,2

55) doen wonen.

Dat is, getrouwd. [Zie Ezra 10:2] niettegenstaande de reformatie tevoren bij Ezra gedaan, Ezra 9, en Ezra 10, en hun eigen belofte [boven, Neh. 10:30] met ede verzegeld. Alzo Neh. 13:27.

Ezr 10.2 Ne 10.30 13.27
Copyright information for DutKant