Song of Solomon 2:13

42) De vijgeboom

Dat is, de mensen, die tevoren als dorre bomen waren, beginnen nu geestelijkerwijze te bloeien door mijne genade; de gemeente, die tevoren woest gelegen hebben, geven nu beginselen van schone vruchten door de kracht van mijn Geest en Woord, en zij geven van zich een lieflijken reuk, 2 Cor. 2:15. Zie de gelijkenis van den vijgeboom, Matth. 24:32; Luk. 13:6.

2Co 2.15 Mt 24.32 Lu 13.6

43) jonge vijgjes

Of, onrijpe vijgen. Het Hebreeuwse woord, dat hier gebruikt wordt, vindt men alleen hier.

44) de wijnstokken

Door de wijnstokken worden hier de particuliere kerken verstaan, gelijk Jes. 5:1; Hos. 9:10.

Isa 5.1 Ho 9.10

45) geven reuk

Te weten, een treffelijken reuk, gelijk Hoogl. 7:13.

So 7.13

46) druifjes.

Of, tedere, kleine, groene, onrijpe druiven. Het Hebreeuwse woord is hier alleen en onder, Hoogl. 2:15, en Hoogl. 7:12.

So 2.15 7.12

47) kom!

Gelijk boven, Hoogl. 2:10.

So 2.10

Song of Solomon 2:15

54) Vangt

Dit zijn de woorden des Bruidegoms tot zijne metgezellen, dat is, Christus tot de leraars of herders der kerk en tot de Christelijke overheden. En vangen is hier te zeggen dat de leraars der vossen loze en boze leringen moeten tegenstaan en wederleggen, en dat de overheden die moeten tonen.

55) de vossen,

De vossen bederven de wijngaarden met het afeten der druiven. Alzo bederven en vernielen de valse leraars, ketters en bedriegelijke regeerders de ware religie en kerk Gods. Zij worden bij vossen vergeleken, hier en Ezech. 13:4; Luk. 13:32; eensdeels vanwege hunne bedriegelijkheid; 2 Cor. 11:13; anderdeels vanwege hunne schadelijkheid, dewijl hun woord verteert als een kanker; 2 Tim. 2:17. Zie dergelijke beschrijvingen en waarschuwingen, Jer. 12:10; Ef. 4:14; Tit. 1:10,11; Hebr. 13:9; 2 Petr. 2:1,12.

Eze 13.4 Lu 13.32 2Co 11.13 2Ti 2.17 Jer 12.10 Eph 4.14 Tit 1.10,11 Heb 13.9 2Pe 2.1,12

56) jonge druifjes.

Of, kleine, tedere.

Copyright information for DutKant