Song of Solomon 2:15

54) Vangt

Dit zijn de woorden des Bruidegoms tot zijne metgezellen, dat is, Christus tot de leraars of herders der kerk en tot de Christelijke overheden. En vangen is hier te zeggen dat de leraars der vossen loze en boze leringen moeten tegenstaan en wederleggen, en dat de overheden die moeten tonen.

55) de vossen,

De vossen bederven de wijngaarden met het afeten der druiven. Alzo bederven en vernielen de valse leraars, ketters en bedriegelijke regeerders de ware religie en kerk Gods. Zij worden bij vossen vergeleken, hier en Ezech. 13:4; Luk. 13:32; eensdeels vanwege hunne bedriegelijkheid; 2 Cor. 11:13; anderdeels vanwege hunne schadelijkheid, dewijl hun woord verteert als een kanker; 2 Tim. 2:17. Zie dergelijke beschrijvingen en waarschuwingen, Jer. 12:10; Ef. 4:14; Tit. 1:10,11; Hebr. 13:9; 2 Petr. 2:1,12.

Eze 13.4 Lu 13.32 2Co 11.13 2Ti 2.17 Jer 12.10 Eph 4.14 Tit 1.10,11 Heb 13.9 2Pe 2.1,12

56) jonge druifjes.

Of, kleine, tedere.

Song of Solomon 7:12

47) Laat ons vroeg

Dit is wederom een teken van naarstige zorgvuldigheid. Zie 2 Kron. 36:15, en Jer. 25:3,4.

2Ch 36.15 Jer 25.3,4

48) naar de wijnbergen,

Dat is, tot de kerken en plaatsen, waar het Evangelie is geplant of gepredikt geworden. Want het huis van Isra‰l is des Heeren wijngaard; Jes. 5:7.

Isa 5.7

49) de jonge druifjes

Zie Hoogl. 2:13,15.

So 2.13,15

50) zich opendoen,

Of, zich openen, of geopend hebben. Anders, bloeien; zie Hoogl. 6:11.

So 6.11

51) daar zal ik U

Te weten in de wijngaarden der kerk, in de vergaderingen der heiligen; daar zal ik mijne ziel en mijn lichaam u opofferen tot een aangename en welriekende offerande.

52) mijn uitnemende

Dat is, het geniete van de vruchten van mijn geloof, belijdenis, dankbaarheid, goede werken, enz.; zie Jes. 27:3,6, en Jes. 65:9; Ezech. 20:40,41.

Isa 27.3,6 65.9 Eze 20.40,41
Copyright information for DutKant