Song of Solomon 5:6

28) Ik deed

Dit gaat nog een trap verder, te weten, dat zij opgestaan zijnde, zelve de deur opent, opdat de Koning der ere tot haar zou mogen inkomen, ter zijde stellende alle uitvluchten, haar verhinderende van het genieten zijner lieflijke tegenwoordigheid.

29) was geweken,

Door de verdubbeling dezer rede, met welke de Bruid klaagt over het weggaan van haar Bruidegom, wordt te kennen gegeven haar hartelijke droefenis, overmits zij zijne tegenwoordigheid niet mocht genieten, gelijk zij in vorige tijden gedaan had.

29) Hij was doorgegaan;

Door de verdubbeling dezer rede, met welke de Bruid klaagt over het weggaan van haar Bruidegom, wordt te kennen gegeven haar hartelijke droefenis, overmits zij zijne tegenwoordigheid niet mocht genieten, gelijk zij in vorige tijden gedaan had.

30) mijn ziel ging uit

Dat is, ik was als dood; te weten van schrik en vrees. Zie Gen. 35:18, en Gen. 42:28, en de aantekening aldaar; als ook 1 Kon. 10:5. Of, mijne ziel ging uit; te weten vanwege de grote liefde en het hartelijk verlangen, dat ik naar Hem had.

Ge 35.18 42.28 1Ki 10.5

31) vanwege

Dat is, omdat Hij zo troostelijk met mij gesproken had, Hoogl. 5:2, hetwelk ik tevoren zo niet ter harte nam, maar nu daardoor zeer bewogen werd.

So 5.2

32) ik vond Hem niet,

Dit is een van de grootste zwarigheden, die de kinderen Gods overkomen, dat het schijnt dat God hun gebed niet verhoort, al roepen zij dag en nacht tot Hem; Ps. 22:3; Jes. 59:1,2,3.

Ps 22.2 Isa 59.1,2,3

Song of Solomon 7:1

1) schoon

Het schijnt dat de vrienden der Bruid deze beschrijving van het lichaam der Bruid gemaakt hebben. Want Hoogl. 7:5,9 wordt van Salomo of Christus gesproken als van een derden persoon. Evenwel houden het anderen daarvoor, dat het de woorden des Bruidegoms zijn.

So 7.5,9

2) uw gangen

Versta hierbij, haren wandel in het geloof aan Jezus Christus, alzo namelijk dat hare voeten geschoeid zijn met de vaardigheid van het Evangelie des vredes, betonende daarmede dat zij uit God geboren is; Ef. 6:15. Zie ook Jes. 52:7.

Eph 6.15 Isa 52.7

3) gij prinsendochter!

Vergelijk hiermede Joh. 1:13, en Jak. 1:18. Deze Bruid, of de kerk, wordt ook genoemd eens konings dochter, Ps. 45:14. Want God is een groot Koning.

Joh 1.13 Jas 1.18 Ps 45.13

4) omdraaiingen

Het Hebreeuwse woord [dat alleen hier gevonden wordt] komt van draaien, of omdraaien, en het schijnt te betekenen de holligheid, waarin de heup zich beweegt of omdraait. Deze omdraaiingen worden vergeleken bij kostelijke ketens, of juwelen, betekenende de vaste, oprechte en schone gestaltenis, handel en wandel van deze prinselijke of edele dochter, wel betamende het Evangelie, waarvan zij belijdenis doet. Anderen vertalen hier het Hebreeuwse woord gordels, en verstaan hierdoor den gordel der waarheid, die gemaakt is door het ingeven van den Geest der waarheid, die de opperste werkman is van alle goede en volmaakte gaven. Deze gordel wordt vergeleken bij gouden ketens, die met vele schakels samengevoegd zijn, want de waarheid heeft wel vele delen, maar zij passen alle op elkander, gelijk de schakels eens ketens.

5) als kostelijke

Of, gelijk halsketens, of braceletten, of dergelijke versierselen. Zie Spreuk. 25:12.

Pr 25.12

6) eens kunstenaars.

Versta bij dezen kundigen werkman den Heiligen Geest; zie 1 Cor. 12:4. Daar staat Jak. 1:17: Alle goede gave en volmaakte gift komt van boven, van den Vader der lichten.

1Co 12.4 Jas 1.17
Copyright information for DutKant