Song of Solomon 7:13

53) De dudaim

De rechte betekenis van het woord is ons onbekend. Zie Gen. 30:14. Het kan geen mandragora zijn, zodanig als die bij ons bekend is, gelijk sommigen menen, overmits onze mandragora een stinkenden reuk heeft, die het hoofd zwaar en slaperig maakt. De Bruid wil hier zeggen dat er alrede goede hoop van bekering aan haar te merken is, gelijk het uitspruiten van de bloemen een voorbereidsel is van toekomende vruchten. Zie boven Hoogl. 2:12.

Ge 30.14 So 2.12

54) geven reuk,

Te weten, een lieflijken aangenamen reuk. De zin is, dat de faam der genade en genade Gods over zijn volk uitgestort, zich wijd en breed verspreidt.

55) aan onze deuren

Of, bij onze deuren. Vergelijk Matth. 24:32,33.

Mt 24.32,33

56) allerlei

Zie Hoogl. 4:13,16.

So 4.13,16

57) nieuwe

Dit betekent verscheidenheid en overvloed van vruchten. Zie Lev. 26:10; zie ook Matth. 13:52. Bij de oude vruchten versta de eerste gaven en werken, die zij tevoren ontvangen hadden; Openb. 2:5. Bij de nieuwe vruchten kan men verstaan de verse genaden, die zij eerst kort ontvange hadden. Want die de gave der wedergeboorte wel gebruikt, die zal er door Gods genade nog meer ontvangen; Matth. 25:29; Openb. 2:19. Sommigen verstaan hierdoor dubbele vruchten op de bomen, oude, rijpe en afgaande en nieuwe, onrijpe, aankomende, gelijk aan de oranjebomen en verscheiden andere gezien wordt.

Le 26.10 Mt 13.52 Re 2.5 Mt 25.29 Re 2.19

58) die heb ik

Gelijk het goed, hetwelk de Heere voor degenen, die Hem vrezen, heeft weggelegd, groot is; Ps. 31:20; alzo moeten al de goede vruchten, die van zijn volk vloeien, gericht en aangesteld worden tot zijn eer en lof; want van Hem, en door Hem en tot Hem zijn alle dingen; Hem zij de eer in eeuwigheid, Amen; Rom. 11:36; Spreuk. 16:4.

Ps 31.19 Ro 11.36 Pr 16.4
Copyright information for DutKant