Song of Solomon 8:6

21) Zet mij

Met deze woorden bidt de Bruid Christus om verzekering en bevestiging zijner liefde tot haar, dat zij als een zegel in en op zijn hart moge verzegeld zijn en blijven. Dit ziet op den borstlap van den hogepriester, in welken gegraveerd waren de namen van de twaalf stammen van Isra‰l, in twaalf edele stenen; Exod. 28:21,29. Ten allen tijde zijn zegels gebruikt geweest tot bevestiging van hetgeen men schrijft of belooft, opdat het niet verbroken worde. Zie Neh. 9:28; Jer. 22:24; Hagg. 2:24; Mal. 3:16; 2 Tim. 2:19.

Ex 28.21,29 Ne 9.28 Jer 22.24 Hag 2.23 Mal 3.16 2Ti 2.19

22) op Uw arm;

De hogepriester droeg de namen der twaalf stammen, niet alleen op zijn hart, maar ook op zijne schouders, ter gedachtenis van de kinderen Isra‰ls. Zie Jes. 49:16. Enigen menen dat door het hart hier betekend wordt de inwendige liefde des Bruidegoms en door den arm het uitwendig bewijs zijner liefde, gelijk Ps. 77:16, en Ps. 86:11.

Isa 49.16 Ps 77.15 86.11

23) de liefde

Te weten de geestelijke liefde der Bruid tot Christus en desgelijks de liefde van Christus tot zijne kerk en uitverkorenen.

24) als de dood;

De zin is: Gelijk de dood door zijne kracht ook den allersterksten mens overwint, Ps. 89:49, alzo is de onderlinge liefde tussen ons beiden zeer sterk, en zij kan in ons niet uitgeblust worden door enigen vijand, of tegenspoed, zelfs ook niet door den dood.

Ps 89.48

25) de ijver

Of, jaloezie. Dit betekent een heftige brandende liefde. Deze liefde of ijver wordt gezegd hard te wezen gelijk het graf, omdat zij alle zwarigheden verslindt en overwint; Gal. 5:24; Col. 3:5, gelijk de dood en het graf alles verslinden.

Ga 5.24 Col 3.5

26) haar kolen

Hier wordt gesproken van de brandende kolen der liefde, die het hart ontsteken en niet kunnen uitgeblust worden.

27) vlammen

Dat is, grote krachtige vlammen, of vlammen, die van den HEERE ontstoken worden. Versta, de vlammen of het vuur der liefde en van den Geest van Christus, hetwelk met recht groot mag genoemd worden vanwege de sterkte zijner liefde en de krachtige werking zijns Geestes in de harten der uitverkorenen.

Haggai 2:23

58) En Ik zal den troon der koninkrijken omkeren,

De zin is: Ik zal alle macht en geweld tenietmaken, die zich tegen Christus en zijn rijk verheffen; zie 2 Cor. 10:5, en 2 Thess. 2:8. Doch anderen verstaan dit gesproken te zijn van het werk der wederopbouwing van den tempel, die door gene mensen zou kunnen verhinderd worden; om alzo de Joden des te meerderen lust en moed te geven om kloek in dit werk voort te varen. Het kan beide tegelijk wel bestaan.

2Co 10.5 2Th 2.8

59) de vastigheid

Dat is, sterkte, macht.

60) een iegelijk in des anderen zwaard.

Hebr. de man in het zwaard was zijn broeder.

Copyright information for DutKant