‏ Titus 1:7

23) een opziener

Grieks, episcopos; van welk woord zie Hand. 20:28; Filipp. 1:1; 1 Tim. 3:1.

Ac 20.28 Php 1.1 1Ti 3.1

24) niet eigenzinnig,

Of, niet eigendunkend, zichzelf behagende; dat is, die zijn hoofd alleen volgen wil, en stout het gevoelen van anderen verwerpt en die voor niemand wil wijken.

Copyright information for DutKant