Titus 3:5-6

9) uit de werken

Namelijk als oorzaken die de zaligheid zouden verdienen of waardig zijn.

10) der rechtvaardigheid,

Grieks, die in de rechtvaardigheid zijn; dat is, die gedaan zijn naar de wet Gods, die de regel is van alle rechtvaardigheid; zodat hier klaar uitgesloten worden alle goede werken, gedaan niet alleen naar de wet der ceremoni‰n, maar ook naar de wet der zeden of de tien geboden.

11) die wij gedaan hadden,

Namelijk niet alleen voor onze bekering en rechtvaardigmaking, alsof wij ons door deze daartoe zouden bereid hebben, maar ook die na de bekering zijn gedaan, zodat tegen deze werken niet gesteld worden de werken na de bekering, maar de barmhartigheid Gods, die alle werken uitsluit; Rom. 9:16, en Rom. 11:6.

Ro 9.16 11.6

12) door het bad

Dat is, door de wedergeboorte en vernieuwing des Heilige Geestes, die als een waterbad is, waardoor de vuiligheden onzer zonden gewassen en gereinigd worden, Ezech. 36:25,26,27, waarvan het waterbad des doops een teken en zegel is. Zie dergelijke wijze van spreken Rom. 4:11.

Eze 36.25,26,27 Ro 4.11
13) Denwelken Hij

Namelijk Heilige Geest.

14) uitgegoten

Dat is, overvloedig medegedeeld. Hij blijft bij de gelijkenis van het water. Zie dergelijke Jes. 44:3; Ezech. 36:25 en Ezech. 39:19; Joel 2:28; Zach. 12:10; Hand. 2:17, en Hand. 10:45.

Isa 44.3 Eze 36.25 39.19 Joe 2.28 Zec 12.10 Ac 2.17 10.45
Copyright information for DutKant