Zephaniah 3:13

49) De overgeblevenen van Isra‰l

Hebr. het overblijfsel van Isra‰l zullen geen onrecht doen; te weten, die de Heere uit den hoop der verworpen en verloren Joden uitverkoren heeft.

50) zullen geen onrecht doen,

Te weten, met opgezetten moedwil, of tegen hunne conscientie. Zie 1 Joh. 3:9.

1Jo 3.9

51) leugen spreken,

Dat is, zij zullen zich niet begeven nog gewennen tot liegen en bedriegen, maar zij zullen zich benaarstigen om te doen al wat heilig, oprecht en wel gedaan is.

52) zij zullen weiden en nederliggen,

Dat is, God de Heere zal hen beschutten en bewaren voor al het kwaad, dat de boze mensen hun zoeken aan te doen. Verg. Micha 4:4.

Mic 4.4

53) niemand zal hen verschrikken.

Dat is, zij zullen zeker en gerust leven. De zin is: De boze boeven zullen hen niet beschadigen, naar hunnen moedwil.

Copyright information for DutKant