Luke 4:1-3
Verzocht door de duivel
De Heer is gedoopt. De Heilige Geest, door Wie Hij is verwekt en Die altijd vol in Hem aanwezig is, is op Hem neergedaald als teken dat Hij Zijn dienstwerk kan beginnen. Voordat Hij Zijn dienstwerk begint, wordt Hij door de Geest, met Wie de Vader, God, Hem verzegeld heeft (Jh 6:27), in de woestijn geleid. Hij is de ware Zoon Die door de Geest van zoonschap wordt geleid. Hij wordt niet alleen naar de woestijn heengeleid, Hij wordt ook, als Hij in de woestijn is, in de woestijn rondgeleid. Het initiatief van de verzoekingen gaat van de Geest uit Die de Heer op het terrein brengt waar dat moet gebeuren. De Geest doet dat om ons te laten zien wat de Mens is naar Gods gedachten en om daarin voor ons een voorbeeld te zijn. De Heer is niet als de eeuwige Zoon verzocht, maar als de Zoon van God Die Mens is. Daarom kan Hij voor ons een voorbeeld zijn. Het doel is om de verzoekingen te ondergaan waaronder Adam is bezweken. Adam werd verzocht en bezweek, terwijl hij in de ideaalste omstandigheden was. De Heer doorstaat de verzoekingen in omstandigheden waarin wij verkeren, niet in die waarin Adam was. Door de verzoekingen te doorstaan heeft Hij de sterke, de duivel, gebonden en kan Hij beginnen aan Zijn dienstwerk van het bevrijden van mensen uit de macht van de duivel (Mk 3:27).Lukas geeft de verzoekingen niet in historische volgorde (zoals Mattheüs), maar in een morele volgorde, dat wil zeggen een volgorde naar de inhoud van de verzoekingen. Deze volgorde komt overeen met de volgorde van de elementen van de wereld zoals Johannes die in zijn eerste brief geeft: “De begeerte van het vlees, de begeerte van de ogen en de hoogmoed van het leven” (1Jh 2:16). De Heer wordt eerst verzocht met het oog op Zijn lichamelijke behoeften, dan met het oog op de heerlijkheid van de wereld en ten slotte heeft de duivel een geestelijke verzoeking voor Hem door Hem voor te stellen Zijn recht als Messias op te eisen. De eerste verzoeking is gericht op de begeerte van het vlees, de tweede op de begeerte van de ogen, de derde op de hoogmoed van het leven. De verzoekingen van de duivel betreffen de hele Mens, Zijn lichaam, ziel en geest (vgl. 1Th 5:23, waar de volgorde andersom is). Al deze verzoekingen hebben bij de Heer als uitwerking dat Zijn volmaaktheid des te meer schittert. Hij kan zeggen dat de duivel in Hem geen enkel aanknopingspunt voor de zonde heeft (Jh 14:30). Dat kunnen wij niet zeggen, maar toch kunnen wij net als Hij staande blijven als er verzoekingen op ons af komen. De overwinning wordt niet behaald door te denken dat we erboven verheven zijn, maar door het volgen van het voorbeeld van de Heer in het hanteren van het Woord van God. Het Woord van God behoort altijd het normale richtsnoer voor de leiding van ons leven te zijn in al onze omstandigheden. Dat betekent dat we alleen handelen als God het wil en dat we handelen in vertrouwen op Hem. Dat is ware gehoorzaamheid en afhankelijkheid. Zo handelt de Heer. Wat kan de duivel doen met een Mens Die nooit buiten de wil van God gaat en voor Wie die wil de enige beweegreden tot handelen is?De Heer Jezus is veertig dagen lang verzocht door de duivel. De drie die voor ons opgetekend worden, zijn zijn laatste en hevigste verzoekingen. Hier zet de duivel alles op alles om de Heer alsnog tot een handeling te brengen die losstaat van een opdracht van Zijn God. En hoe zwak is Hij geworden als Hij veertig dagen lang niets heeft gegeten. Dit is het uitgelezen moment voor de duivel om met zijn laatste verzoekingen te komen. Mozes heeft ook eens veertig dagen niet gegeten en gedronken, maar hij was al die tijd alleen bij God, zonder dat de duivel er toegang had (Ex 24:18; Dt 9:9; 18). De Heer was natuurlijk ook al die tijd bij God, maar Hij werd wel blootgesteld aan al de verzoekingen van de duivel.Eerste verzoeking
De duivel leidt de eerste van zijn laatste drie verzoekingen in met de woorden “als U Gods Zoon bent”. Hij daagt de Heer als het ware uit dat maar te bewijzen en dat te doen door van die steen brood te maken. De duivel erkent de macht van het woord van de Heer dat Hij het maar tegen de steen hoeft te zeggen en de steen zal in brood veranderen. En had Hij geen enorme honger? Dan kun je toch best je macht gebruiken om daarin te voorzien? Later zal Hij meerdere keren een grote menigte verzadigen met slechts een paar broodjes. Het gaat er ook niet om of Hij het wel of niet kan, maar of de Vader het wil. Deze eerste verzoeking staat in verband met de lichamelijke behoefte aan eten die ook Christus eigen is. Hij is waarachtig Mens en heeft brood nodig voor Zijn lichaam. Honger hebben is geen zonde en ook eten om de honger te stillen is geen zonde. Zoals gezegd, heeft Hij de macht om van deze steen brood te maken. Ook het gebruikmaken van Zijn macht is geen zonde. Als Hij die macht echter zou gebruiken tot eigen nut en nu zou eten, op aandringen van de duivel, zou Hij zondigen. Hij zou dan eten, zonder opdracht van Zijn Vader. Als Hij zou hebben gegeten, zou Hij Zich hebben laten leiden door Zijn lichamelijke behoefte in plaats van door Zijn Vader. Hij zou, in plaats van afhankelijkheid van de wil van God, de eigen wil hebben laten gelden. Hoe volmaakt antwoordt Hij de duivel met een citaat uit Gods Woord (Dt 8:3). De Heer zegt niet tegen de duivel: ‘Ik ben God en jij bent de duivel, ga weg.’ Dat zou niet tot eer van God en ook geen hulp voor ons zijn geweest. Hij neemt de plaats in die ook wij hebben. Net als Hij kunnen wij de verzoekingen van de duivel alleen weerstaan en hem verjagen door het Woord van God te citeren. Zijn antwoord op deze eerste verzoeking toont aan dat Hij de plaats inneemt tegenover God die de mens past, dat is de plaats van volkomen afhankelijkheid van God. Het natuurlijke leven van de mens is afhankelijk van het eten van brood. Het geestelijke leven van de mens is afhankelijk van het aannemen en gehoorzamen van het Woord van God. Hij luistert elke morgen naar wat God te zeggen heeft (Js 50:4) en dat bepaalt wat Hij doet en spreekt en waar Hij heengaat; daarin vindt Hij Zijn kracht. Veel gelovigen leven van stenen in plaats van brood. Zij geven daarmee ook een slecht voorbeeld voor hun kinderen. Als het Woord niet ons dagelijkse voedsel is, hoeven we ook niet te verwachten dat onze kinderen daarnaar zullen vragen.De Heer Jezus haalt elke keer iets uit het boek Deuteronomium aan. In dat boek heeft het volk de woestijnreis achter de rug en ligt het beloofde land vóór hen. God vertelt in dat boek aan het volk hoe Hij voor hen heeft gezorgd in de woestijn, wat Hij hun in de woestijn heeft willen leren en wat hun na de woestijn aan heerlijke zegeningen te wachten staat. God wil hun harten door alles wat Hij in dit boek zegt zo vormen, dat ze zich allen alleen op Hem zullen richten. Hij wenst een volk van zonen te bezitten met wie Hij kan spreken over wat Zijn hart bezighoudt. En een zoon is er voor het welbehagen van God. Dat zien we volmaakt in dé Zoon, maar God wil het ook zo graag in al Zijn kinderen zien. Daarvoor is nodig dat ons leven wordt gevormd door het Woord van God en dat we daardoor leven en dat we ons leven niet laten bepalen door de lichamelijke behoeften, alsof daar alles om zou draaien.
Copyright information for
DutKingComments